ECLI:NL:GHSHE:2006:BA2769
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- B.F. de Poorter
- P.A.M. Hendriks
- A.M.G. Smit
- Rechtspraak.nl
Klacht ex artikel 12 Sv. over voorwaardelijk sepot van strafzaak
In deze zaak heeft klaagster, namens haar minderjarige dochter, een klaagschrift ingediend tegen het voorwaardelijk sepot van de strafzaak wegens mishandeling. De dochter van klaagster deed op 16 december 2005 aangifte van mishandeling door beklaagde, haar zus. Op 18 april 2006 werd klaagster door de parketsecretaris geïnformeerd dat de zaak niet zou worden vervolgd, omdat deze voorwaardelijk was geseponeerd. Klaagster heeft op 6 mei 2006 een klaagschrift ingediend bij het hof, waarin zij verzocht om het voorwaardelijk karakter van het sepot ongedaan te maken en de zaak onvoorwaardelijk te seponeren. De advocaat-generaal adviseerde het hof om klaagster niet-ontvankelijk te verklaren in haar beklag, wat het hof uiteindelijk deed. Het hof oordeelde dat het klaagschrift geen verzoek tot verdere vervolging van beklaagde inhield, maar enkel een verzoek om het voorwaardelijk sepot ongedaan te maken. Hierdoor was klaagster kennelijk niet-ontvankelijk in haar beklag, en werd het beklag afgewezen. Het hof besloot dat het horen van klaagster in raadkamer niet nodig was, en verklaarde haar niet-ontvankelijk in haar verzoek.