ECLI:NL:GHSHE:2006:BA1215
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- E.F.G.M. Gelderman
- P.A.M. Hendriks
- C. de Bruijne
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van klacht ex artikel 12 Sv. ondanks eerdere klacht over dezelfde feiten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 december 2006, gaat het om een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klager, wonende te Haren-Ems in Duitsland, heeft eerder een klacht ingediend onder nummer K06/1391 over dezelfde feiten, maar de wet biedt geen basis voor heropening van klachtzaken. Desondanks heeft het hof, na ontvangst van brieven van klager en de gerechtssecretaris, besloten om klager ontvankelijk te verklaren in zijn beklag.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Klager deed op 21 februari 2005 aangifte van meineed tegen beklaagde, die volgens klager een valse verklaring had afgelegd in een procedure voor het gerechtshof. Op 17 november 2005 werd klager geïnformeerd dat de zaak niet zou worden vervolgd. Hierop diende klager op 21 december 2005 een klaagschrift in bij het hof, dat op 2 januari 2006 werd ingekomen. De advocaat-generaal adviseerde het hof om het beklag af te wijzen, en op 9 mei 2006 werd het klaagschrift behandeld in raadkamer, waarbij klager niet aanwezig was.
Na een afwijzing van het beklag op 6 juni 2006, diende klager op 29 juli 2006 opnieuw een klaagschrift in, dat op 2 augustus 2006 werd ingekomen. Dit klaagschrift werd op 28 november 2006 behandeld in aanwezigheid van klager. Klager stelde dat beklaagde zich schuldig had gemaakt aan meineed, maar het hof oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verklaring van beklaagde vals was. Uiteindelijk verklaarde het hof klager ontvankelijk in zijn beklag, maar wees het beklag af.
De beslissing van het hof was dat klager ontvankelijk werd verklaard in zijn beklag, maar dat het beklag zelf werd afgewezen. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.