ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ5017
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Koens
- A. van Etten
- J. Pouw
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontbinding huurovereenkomst bedrijfsruimte en schadevergoeding gederfde huurpenningen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter te Eindhoven. De zaak betreft een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte die op 1 juni 2002 is aangegaan voor een periode van vijf jaar. [geïntimeerde] heeft in mei 2003 zijn huurbetalingen gestaakt en het gehuurde in juni 2003 ontruimd. [appellant] heeft vervolgens in december 2003 de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, alsook schadevergoeding wegens gederfde huurpenningen. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst voor bepaalde tijd in beginsel niet opzegbaar is, maar dat er in dit geval een mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging is opgenomen in de overeenkomst. [geïntimeerde] heeft echter gesteld dat hij de huurovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd, wat door [appellant] wordt betwist. Het hof oordeelt dat de opzeggingsbrieven van [geïntimeerde] niet tot beëindiging van de huurovereenkomst hebben geleid, omdat [appellant] niet op de hoogte was van deze brieven en de overeenkomst geen tussentijdse opzegging door [geïntimeerde] toestond.
Het hof concludeert dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst toewijsbaar is, maar dat er onvoldoende informatie is over de schadevergoeding. De zaak wordt verwezen naar de rol voor memorie na tussenarrest aan de zijde van [appellant].