ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ3948

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C200600644
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Etten
  • A. Den Hartog Jager
  • J. van den Bergh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentiële vordering tot voeging in huurovereenkomst geschil tussen Heineken en Jeepeevee c.s.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een incidentele vordering tot voeging in een geschil over een huurovereenkomst. De appellante, Heineken Nederland B.V., had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Breda, sector kanton, dat op 25 januari 2006 was gewezen. In het hoger beroep verzocht Heineken om de voeging van haar zaak met een andere aanhangige zaak, waarin Immomed VOF en anderen betrokken waren. Het hof oordeelde dat de gevraagde voeging kon worden bevolen, omdat de zaken met elkaar verknocht waren, zoals bepaald in artikel 353 lid 1 en artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De zaak werd behandeld op 3 oktober 2006, waarbij het hof de beslissing over de kosten van het incident aanhield tot de einduitspraak. Het hof heeft de zaak verwezen naar de terechtzitting van 14 november 2006 voor een memorie van antwoord aan de zijde van Jeepeevee c.s. In het incident en de hoofdzaak hield het hof iedere verdere beslissing aan. De betrokken partijen waren Heineken als eiseres in het incident en Jeepeevee c.s. als gedaagden in conventie, met mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann en mr. J.E. Benner als procureurs.

De uitspraak van het hof benadrukt het belang van de voeging in zaken die met elkaar verknocht zijn, en de procedurele stappen die partijen moeten volgen in het hoger beroep. De zaak illustreert ook de rol van het hof in het coördineren van procedures die met elkaar samenhangen.

Uitspraak

C0600644/BR
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
zevende kamer, van 3 oktober 2006,
gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HEINEKEN NEDERLAND B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante bij exploot van dagvaarding van 13 april 2006 en het herstelexploot van 24 april 2006,
eiseres in het incident,
procureur: mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
tegen:
1. de vennootschap onder firma VOF JEEPEEVEE HORECA,
gevestigd te [vestigingplaats],
2. [X],
wonende te [woonplaats],
3. [Y],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerden bij gemeld exploot,
verweerders in het incident,
procureur: mr. J.E. Benner,
op het hoger beroep van het door de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Breda gewezen vonnis van 25 januari 2006 tussen appellante - Heineken - als eiseres in conventie tevens verweerster in (voorwaardelijke) reconventie en geïntimeerden - Jeepeevee c.s. - als gedaagden in conventie tevens eisers in (voorwaardelijke) reconventie.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 329717/CV/04-7460)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij incidenteel verzoek om gevoegde behandeling zoals bedoeld in artikel 222 Rv tevens memorie van grieven in de vrijwaringszaak heeft Heineken vier grieven aangevoerd.
In de hoofdzaak (geding tot vrijwaring) heeft Heineken geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, primair de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het pand gelegen aan de [adres sub a] te Breda te ontbinden en Jeepeevee c.s. te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde, met machtiging aan Heineken, voor het geval Jeepeevee c.s. met die ontruiming in gebreke mochten blijven, de ontruiming te bewerkstelligen desnoods met behulp van de sterke arm, en subsidiair het tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen alsmede het tijdstip van ontruiming vast te stellen, met veroordeling van Jeepeevee c.s. om de gehuurde zaak daadwerkelijk te verlaten en te ontruimen, zo nodig ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm.
In het incident heeft Heineken gevorderd dat de onderhavige zaak overeenkomstig het bepaalde in artikel 222 Rv gevoegd wordt behandeld met de eveneens bij het hof aanhangige zaak tussen Heineken en Immomed VOF, [A] en [B] met rolnummer C06/00631.
Tevens heeft Heineken producties overgelegd.
2.2. Bij memorie van antwoord in het incident hebben Jeepeevee c.s. zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak in het incident gevraagd.
3. De vordering tot voeging en de beoordeling daarvan
3.1. Gelet op het bepaalde in artikel 353 lid 1 Rv in verbinding met artikel 222 Rv kan de gevraagde voeging worden bevolen, nu de hiervoor genoemde zaken met elkaar verknocht zijn.
3.2. Het hof zal de beslissing over de kosten van het incident aanhouden tot de einduitspraak.
4. De beslissing
Het hof:
in het incident:
beveelt de voeging van de onderhavige zaak (rolnummer C06/00644) met de eveneens bij dit hof aanhangige zaak met rolnummer C06/00631 tussen Heineken als appellante en Immomed VOF, [A] en [B] als geïntimeerden;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de terechtzitting van dit hof van 14 november 2006 voor memorie van antwoord aan de zijde van Jeepeevee c.s.;
in het incident en de hoofdzaak:
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Etten, Den Hartog Jager en Van den Bergh en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 3 oktober 2006.