ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ3932
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Aarts
- G. Grapperhaus
- M. de Wolff
- Rechtspraak.nl
Ontslag tijdens proeftijd en bewijs van ingaan arbeidsovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van [X.] tegen [Y.] met betrekking tot de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen hen eerder was ingegaan dan de schriftelijke overeenkomst vermeldde. De procedure volgde op een tussenarrest van 5 april 2005, waarin [X.] was toegelaten tot bewijslevering. Het hof oordeelde dat het voorhanden bewijsmateriaal onvoldoende was om [X.] in het bewijs geslaagd te achten. [X.] had verklaard dat hij op 16 oktober 2001 was begonnen met werken voor [Y.], terwijl de schriftelijke arbeidsovereenkomst pas op 1 november 2001 inging. Het hof beoordeelde verschillende getuigenverklaringen en bewijsstukken, waaronder een e-mail van een werkadviseur die bevestigde dat [X.] op 16 oktober 2001 had gemeld dat hij een baan had gevonden.
Het hof concludeerde dat [X.] geslaagd was in het bewijs dat de arbeidsovereenkomst eerder was ingegaan. Dit leidde tot de conclusie dat het ontslag op 29 november 2001, dat tijdens de proeftijd was gegeven, onregelmatig was. [X.] had aanspraak gemaakt op gefixeerde schadevergoeding, die het hof toewijsde voor de periode tot 1 april 2002. De uitspraak bevatte ook een gedetailleerde berekening van de te vergoeden bedragen, inclusief salaris, vakantietoeslag en proceskosten. Het hof veroordeelde [Y.] tot betaling van deze bedragen aan [X.].