ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ2566
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Kranenburg
- A. Smeenk-van der Weijden
- C. Bijleveld-van der Slikke
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoofdverblijf van een kind en procesrechtelijke aspecten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vonnis in kort geding van de rechtbank 's-Hertogenbosch, uitgesproken op 14 augustus 2006. De man, appellante, heeft verzocht om het vonnis te vernietigen en te bepalen dat het hoofdverblijf van het kind voorlopig bij hem dient te zijn. Hij verzoekt tevens om de vrouw, geïntimeerde, te bevelen het kind aan hem af te geven, met machtiging om dit vonnis zonodig ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en/of justitie.
Het hof heeft op 4 oktober 2006 de procedure in hoger beroep behandeld. De man heeft zijn verzoek ingediend via een beroepschrift dat op 11 september 2006 ter griffie is ingekomen. De griffier heeft op 13 september 2006 een afschrift van het beroepschrift aan de procureur van de vrouw gestuurd, met de mededeling dat het hof voornemens is de procedure voort te zetten volgens de regels van de dagvaardingsprocedure, zoals bepaald in artikel 69 Rv. De procureur van de vrouw heeft in een brief van 14 september 2006 aangegeven dat hij meent dat er sprake is van misbruik van procesrecht.
Het hof heeft vastgesteld dat de man de verkeerde rechtsingang heeft gekozen door hoger beroep in te stellen via een beroepschrift in plaats van via dagvaarding. Het hof heeft daarom besloten dat de procedure moet worden voortgezet volgens de regels van de dagvaardingsprocedure. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 31 oktober 2006 voor akte overlegging producties aan de zijde van de appellant en voor memorie van antwoord. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest van het hof.