ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ1348

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
31 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-001604-06
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • F. van Beuge
  • H.D. Bergkotte
  • P.R. Feith
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot oplichting na invullen schade-aangifteformulier

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 oktober 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van EUR 260,-- subsidiair 5 dagen hechtenis wegens poging tot oplichting. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van dit vonnis. De verdachte had echter hoger beroep ingesteld en het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 23 juni 2005 tot en met 26 juli 2005 te Asten een schade-aangifteformulier had ingevuld naar aanleiding van een defect in een diepvriesinstallatie. De tenlastelegging hield in dat de verdachte met het oogmerk om zich of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, een hogere schade had opgegeven dan daadwerkelijk was geleden. Het hof oordeelde dat het invullen van het formulier als een voorbereidingshandeling voor de poging tot oplichting kan worden beschouwd, maar dat er niet voldoende bewijs was dat de verdachte het ingevulde formulier daadwerkelijk ter kennis had gebracht van de instantie die zij wilde bewegen tot afgifte.

Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de poging tot oplichting niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, omdat niet was aangetoond dat de verdachte het formulier had ingediend bij de relevante instantie. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde poging tot oplichting. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken, vooral bij pogingen tot misdrijven waar intentie en uitvoering cruciaal zijn voor de veroordeling.

Uitspraak

Parketnummer: 20-001604-06
Uitspraak : 31 oktober 2006
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 20 april 2006 in de strafzaak met parketnummer 01-830671-05 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953,
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De vordering van de advocaat-generaal houdt in dat het hof het beroepen vonnis, waarbij verdachte terzake van poging tot oplichting werd veroordeeld tot een geldboete van EUR 260,-- subsidiair 5 dagen hechtenis (te betalen in 4 termijnen van elk EUR 50,-- en 1 termijn van
EUR 60,--), zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 23 juni 2005 tot en met 26 juli 2005 te Asten, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid naar aanleiding van een door verdachte geleden schade - namelijk het bederven van vlees als gevolg van een defect of storing in een diepvriesinstallatie - een (zogenaamd) schade-aangifte formulier heeft ingevuld en daarin een hogere schade heeft opgegeven dan zij in werkelijkheid bij gelegenheid van voormeld(e) defect of storing had geleden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak
Het hof acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
Dienaangaande overweegt het hof nog het navolgende.
Het valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid invullen van een aangifteformulier beschouwt het hof als een voorbereidingshandeling van de door de steller der tenlastelegging kennelijk beoogde poging tot oplichting.
Nu niet is tenlastegelegd dat verdachte dat aldus ingevulde formulier vervolgens ter kennis heeft gebracht van de instantie die zij zou hebben willen bewegen tot de tenlastegelegde afgifte kan die poging niet worden bewezen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. F. van Beuge, voorzitter,
mrs. H.D. Bergkotte en P.R. Feith,
in tegenwoordigheid van mr. C.P.J. Scheele, griffier,
en op 31 oktober 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. P.R. Feith is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
??
??
??
??
- 4 - 20-001604-06