ECLI:NL:GHSHE:2006:AY6423

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-000434-06
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens onrechtmatige doorzoeking en bewijsuitsluiting in hennepzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1972 en woonachtig te Mierlo, was beschuldigd van het opzettelijk telen en/of aanwezig hebben van hennepplanten. De zaak kwam voort uit een melding van Essent over grootverbruik van elektriciteit en een anonieme tip over de levering van potgrond. Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte werd een hennepkwekerij aangetroffen. Echter, het hof oordeelde dat de doorzoeking onrechtmatig was, omdat er geen redelijke verdenking bestond en de verdachte geen toestemming had gegeven voor de doorzoeking. Hierdoor waren er onherstelbare vormverzuimen begaan in het voorbereidend onderzoek.

Het hof concludeerde dat het bewijsmateriaal, dat in overwegende mate door dit verzuim was verkregen, uitgesloten moest worden van het bewijs. Dit was een compensatie voor het nadeel dat de verdachte had ondervonden door de onrechtmatige doorzoeking. Het hof sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De beslissing van het hof was om het eerdere vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 20-000434-06
Uitspraak : 16 augustus 2006
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 2 februari 2006 in de strafzaak met parketnummer 01-837432-05 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De vordering van de advocaat-generaal houdt in dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde feit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 september 2005 te Mierlo, gemeente Geldrop-Mierlo, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand gelegen op/aan de [adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 180, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vrijspraak
Het hof acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende.
Uit het proces-verbaal van politie Brabant Zuidoost, afdeling Geldrop-Mierlo Nuenen, proces-verbaalnummer PL2211/05-110234, d.d. 2 december 2005, blijkt dat in juni 2004 een melding was ontvangen van Essent, inhoudende dat men het vermoeden had dat er een of meerdere hennepkwekerijen aan de [adres] in werking waren. Sporen van een in werking zijnde hennepkwekerij werden door de verbalisanten echter niet aangetroffen. Vervolgens komt in april 2005 anonieme informatie binnen over de aflevering van een grote hoeveelheid potgrond bij de woonwagenlocatie aan de [adres]. Naar aanleiding van deze informatie werd er door Essent een belastingmeting uitgevoerd, waaruit bleek dat op voornoemde locatie nog steeds sprake was van grootverbruik. Vervolgens werd er een gezamenlijke actie uitgevoerd door de politie, waarbij alle locaties aan de [adres] werden gecontroleerd, waaronder ook de woning van verdachte, waar een in werking zijnde hennepkwekerij werd aangetroffen.
Uit het aanvullend proces-verbaal van politie Brabant Zuidoost, afdeling Geldrop-Mierlo Nuenen, proces-verbaalnummer PL2211/05-110234, d.d. 10 juli 2006, blijkt dat de belastingmeting die door Essent is uitgevoerd, alle percelen aan de [adres] tezamen inhoudt.
Het hof acht de enkele levering van een grote hoeveelheid potgrond en de melding van Essent over grootgebruik, gemeten over de hele locatie [adres] tezamen, onvoldoende om daarop een redelijke verdenking ten aanzien van verdachte te baseren, nu ook overigens nergens uit het dossier blijkt dat er, voorafgaand aan de doorzoeking bij verdachte, sprake was van een aanwijzing (zoals een voorafgaande waarneming) dat verdachte hennep aanwezig had. Voorts blijkt niet dat verdachte aan de verbalisanten toestemming heeft gegeven voor de doorzoeking op zijn perceel. De doorzoeking van het perceel van verdachte aan de [adres] is derhalve onrechtmatig.
Gelet hierop zijn er naar 's hofs oordeel in het voorbereidend onderzoek onherstelbare vormverzuimen begaan. Nu het bewijsmateriaal in overwegende mate door dit verzuim - te weten de onrechtmatige doorzoeking - is verkregen en hierdoor een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift in aanzienlijke mate is geschonden, dient het door dit verzuim verkregen bewijsmateriaal van het bewijs te worden uitgesloten, als compensatie voor het aan verdachte toegebrachte nadeel.
Bij gebrek aan voldoende andersoortig bewijs moet verdachte van het ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. F. van Beuge, voorzitter,
mrs. N.J.L.M. Tuijn en A.H.Q. Goossens,
in tegenwoordigheid van mr. C.P.J. Scheele, griffier,
en op 16 augustus 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.H.Q. Goossens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.