Parketnummer: 20-008477-05
Uitspraak: 12 juli 2006
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 23 maart 2005 in de strafzaak met parketnummer 01-856107-05 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde zal vrijspreken.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof, anders dan de eerste rechter,
niet komt tot bewezenverklaring van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
Aan verdachte is ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 13 januari 2005 te Heesch, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie, althans een of meer dossier(s) (met bouwtekeningen en/of bouwvergunningen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de gemeente Bernheze, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd door/van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] (technisch beleidsmedewerker bij de gemeente Bernheze), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer] (met kracht op de grond) heeft/hebben geduwd,
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
a.
dat hij op of omstreeks 13 januari 2005 te Heesch, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie, althans een of meer dossier(s) (met bouwtekeningen en/of bouwvergunningen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de gemeente Bernheze, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
b.
dat hij op of omstreeks 13 januari 2005 te Heesch, gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon
(te weten [slachtoffer]) (met kracht op de grond) heeft geduwd, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof heeft met de advocaat-generaal en de raadsman uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het primair en subsidiair onder a en b ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof de overtuiging bekomen, dat de verdachte, toen hij tijdens een gesprek met [slachtoffer] de op dat moment onder de gemeente Bernheze berustende dossiers met bouwtekeningen en overige bescheiden onder zich nam en vervolgens uit het gemeentehuis meenam, het gerechtvaardigde vertrouwen had dat die stukken aan hem, verdachte, en niet langer - in strafrechtelijke zin - aan de gemeente toebehoorden. Het hof neemt hierbij niet alleen in aanmerking dat de opstellers van bedoelde stukken door de verdachte waren betaald en dat hij die stukken aan de gemeente had over-gelegd, maar bovenal dat de verdachte tijdens bedoeld gesprek mondeling en schriftelijk de betreffende bouwvergunningsaanvragen had ingetrokken.
Gelet hierop acht het hof niet bewezen dat de verdachte genoemde dossiers met bouw-tekeningen meenam uit het gemeentehuis met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening.
De verdachte moet daarom van het primair en het subsidiair onder a ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting acht het hof, bij gebreke van voldoende wettig en overtuigend bewijs, evenmin bewezen dat de verdachte [slachtoffer] (met kracht op de grond) heeft geduwd, zodat de verdachte ook van het subsidiair onder b moet worden vrijgesproken.
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht;
verklaart niet bewezen, dat verdachte het primair en subsidiair onder a en b ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. J.M.W.M. van den Elzen, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. S.B.M. Voorhoeve,
in tegenwoordigheid van dhr. J.M.A.W. Koningstein, griffier,
en op 12 juli 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. S.B.M. Voorhoeve is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
??