ECLI:NL:GHSHE:2006:AW9294
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. den Hartog Jager
- J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Toedeling van verplichtingen uit een overeenkomst van geldlening in het kader van een echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een geschil tussen een man en een vrouw over de toedeling van een overeenkomst van geldlening met Avéro Bank. De man was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin was beslist dat de geldlening volledig aan hem moest worden toebedeeld. De man voerde aan dat de verplichtingen uit de lening op basis van een 50/50 verdeling aan zowel hem als zijn ex-partner moesten worden toebedeeld. Hij stelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de gelden uit de lening volledig aan hem ten goede waren gekomen en dat zijn ex-partner de maandelijkse aflossingen had voldaan.
Het hof overwoog dat de overeenkomst van geldlening was gesloten tussen de Avéro Bank en zowel de man als de vrouw, waardoor beiden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de verplichtingen. De rechtbank had eerder de verplichtingen aan de man toebedeeld, maar het hof concludeerde dat de man, na de beëindiging van zijn schuldsaneringsregeling, geen belang meer had bij zijn appel. De vorderingen van de Avéro Bank waren niet langer afdwingbaar op de man, omdat hij een schone lei had gekregen. Dit betekende dat de bank zich nog wel op de vrouw kon verhalen, maar dat de man geen belang meer had bij de toedeling van de lening.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank en bepaalde dat iedere partij zijn eigen proceskosten droeg. Dit arrest werd uitgesproken op 11 april 2006 door de rechters M. van Etten, A. den Hartog Jager en J. van den Bergh.