ECLI:NL:GHSHE:2006:AW2881
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.W. de Ruijter
- C.R.L.R.M. Ficq
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vaststelling van wederrechtelijk verkregen voordeel in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 april 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Roermond van 15 maart 2005. De zaak betreft een vordering ex artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veroordeelde civielrechtelijk onherroepelijk is veroordeeld tot een bedrag van Euro 611.000,00. Het hof heeft vastgesteld dat dit bedrag in mindering moet worden gebracht op het totale voordeel dat de veroordeelde heeft verkregen. Het doel van artikel 36e lid 6 WvSr is om te voorkomen dat de Staat concurreert met benadeelde derden. Het hof heeft geoordeeld dat het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel op nihil moet worden gesteld, omdat de civielrechtelijke veroordeling van invloed is op het totale voordeel. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd omdat het zich daar niet mee kon verenigen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft opnieuw recht gedaan door het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op nihil.