ECLI:NL:GHSHE:2006:AV5224

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C0500480
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Hendriks-Jansen
  • Fikkers
  • Spoor
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding leaseovereenkomst en schadevergoeding in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Daimler Chrysler Services B.V., voorheen bekend als Mercedes-Benz Leasing Nederland B.V. De zaak betreft de ontbinding van een leaseovereenkomst voor een personenauto en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding. De leaseovereenkomst was op 4 juli 2002 gesloten tussen automobielbedrijf De Ster B.V. en de lessee, [geïntimeerde]. De overeenkomst was aangegaan voor een periode van 48 maanden en was onderworpen aan de Algemene Voorwaarden Financiële Leasing Voertuigen.

Daimler Chrysler Services B.V. had de kantonrechter verzocht de leaseovereenkomst te ontbinden en een schadevergoeding van in totaal € 16.904,68 te vorderen, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en contractuele vertragingsrente. De kantonrechter had echter slechts een bedrag van € 7.613,34 toegewezen, en de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afgewezen. In hoger beroep kwam Daimler Chrysler Services B.V. op tegen deze afwijzing en voerde aan dat de kantonrechter de gevorderde ontbinding zonder nadere motivering had afgewezen.

Het hof oordeelde dat de kantonrechter de vordering tot ontbinding ten onrechte had afgewezen en dat de buitengerechtelijke kosten, die door de gemachtigde van Daimler Chrysler Services B.V. waren gemaakt, voor vergoeding in aanmerking kwamen. Het hof stelde vast dat de buitengerechtelijke werkzaamheden niet gemotiveerd waren betwist door [geïntimeerde] en dat de kosten voor buitengerechtelijke incasso, vastgesteld op 15% van de hoofdsom, moesten worden vergoed. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter voor wat betreft de ingangsdatum van de contractuele rente en de afwijzing van de vorderingen tot ontbinding en vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Het hof verklaarde de leaseovereenkomst ontbonden en bepaalde dat de contractuele vertragingsrente van 18% per jaar verschuldigd was vanaf 9 december 2003. De proceskosten in het hoger beroep werden gecompenseerd, zodat ieder van de partijen de eigen kosten droeg.

Uitspraak

typ. ML
rolnr. C0500480/HE
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
eerste kamer, van 24 januari 2006,
gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DAIMLER CHRYSLER SERVICES B.V.,
voorheen genaamd MERCEDES-BENZ LEASING NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
appellante,
procureur: mr. H. Post,
tegen:
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
niet verschenen,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 20 september 2005 in het hoger beroep van het door de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector Kanton, locatie 's-Hertogenbosch onder zaaknummer 354012 en rolnummer 04-5330 gewezen vonnis van 16 december 2004.
6. Het tussenarrest van 20 september 2005
Bij genoemd arrest is de zaak naar de rol verwezen teneinde Mercedes-Benz in staat te stellen haar procesdossier te completeren, en is iedere verdere beslissing aangehouden.
7. Het verdere verloop van de procedure
Ter uitvoering van voormeld tussenarrest heeft Mercedes-Benz het proces-verbaal van de voortgezette comparitie van partijen van 30 november 2004 aan haar procesdossier toegevoegd, en op dit dossier andermaal uitspraak gevraagd.
8. De verdere beoordeling
8.1 Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
8.1.1 Op 4 juli 2002 is een financiële lease-overeenkomst, nummer [..], gesloten met betrekking tot een personenauto van het merk Mercedes-Benz, kenteken [nr.], tussen automobielbedrijf De Ster B.V., dealer, [geïntimeerde], als lessee, en Mercedes-Benz, als lessor. Deze lease-overeenkomst is aangegaan voor een periode van 48 maanden ingaande per datum van aflevering van de auto door de dealer.
Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Financiële Leasing Voertuigen van toepassing.
8.1.2 Mercedes-Benz heeft in verband met een achterstand in betaling van leasetermijnen door [geïntimeerde] de overeenkomst voortijdig beëindigd en heeft de door [geïntimeerde] ingevolge de overeenkomst verschuldigde restantsom ineens en in zijn geheel opgeëist. Voorts heeft Mercedes-Benz de betreffende auto teruggenomen; zij heeft de auto vervolgens verkocht voor een bedrag van E 48.999,99.
8.1.3 Mercedes-Benz heeft de door [geïntimeerde] verschuldigde restantsom uit de overeenkomst gesteld op een bedrag in hoofdsom van E 13.368,66. [geïntimeerde] is niet bereid gebleken dit bedrag in der minne te voldoen.
8.1.4 Mercedes-Benz heeft [geïntimeerde] vervolgens in rechte betrokken en heeft bij inleidende dagvaarding gevorderd dat de kantonrechter:
a) de overeenkomst zal ontbinden althans ontbonden zal verklaren,
b) [geïntimeerde] zal veroordelen als schadevergoeding aan Mercedes-Benz te betalen voormeld bedrag in hoofdsom van E 13.368,66, een bedrag wegens buitengerechtelijke kosten (incl. BTW) van E 2.386,31, alsmede een bedrag aan contractuele vertragingsrente tot 2 juni 2004 ad E 1.149,71, derhalve in totaal: E 16.904,68, te vermeerderen met de contractuele rente althans wettelijke rente over E 13.368,66 vanaf 2 juni 2004.
8.1.5 [geïntimeerde] heeft de vordering gemotiveerd betwist.
8.1.6 De kantonrechter heeft op basis van de zijdens [geïntimeerde] overgelegde stukken vastgesteld dat het door Mercedes-Benz gevorderde bedrag in hoofdsom ad E 13.368,66 als volgt is samengesteld:
- de bij factuur van 2 (abusievelijk: 9, hof) december 2003, nr. 0336 4474, in rekening gebrachte slottermijn ad E 56.613,33,
- het bij factuur van 2 (abusievelijk: 9, hof) december 2003, nr. 0333 6620, in rekening gebrachte bedrag ter zake kosten van voortijdige inlevering van de geleasde auto ad E 5.755,32,
- het bij creditnota van 2 december 2003 gecrediteerde bedrag ter zake de verkoopopbrengst van de auto ad E 48.999,99.
Deze vaststelling, waarvan niet is gegriefd, vormt ook in hoger beroep het uitgangspunt.
8.1.7 De kantonrechter heeft het door Mercedes-Benz gevorderde bedrag ter zake kosten van voortijdige inlevering van de auto, bij gebreke van enige onderbouwing, niet toewijsbaar geacht, en heeft de vordering in hoofdsom tot een bedrag van
(E 56.613,33 minus E 48.999,99 =) E 7.613,34 toegewezen, te vermeerderen met contractuele rente ad 18% per jaar vanaf
2 juni 2004 tot de dag van betaling. Het meergevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten heeft de kantonrechter afgewezen.
8.2 Met haar eerste grief komt Mercedes-Benz op tegen de afwijzing door de kantonrechter van het door haar gevorderde bedrag wegens kosten van voortijdige inlevering van de auto, omdat zij de nota ter zake die kosten, bij betwisting door [geïntimeerde], niet nader heeft onderbouwd.
In de toelichting op de grief stelt Mercedes-Benz dat zij in de afwikkeling van de onderhavige overeenkomst met [geïntimeerde] er voor heeft gekozen om, anders dan op basis van de toepasselijke Algemene Voorwaarden een berekening te maken, en dat zij in het kader van die (afwijkende) berekening aan [geïntimeerde] een factuur heeft gezonden voor kosten van de voortijdige inlevering.
Mercedes-Benz stelt dat zij ingeval van berekening conform de Algemene Voorwaarden zou zijn uitgegaan van een aanzienlijk hogere hoofdsom van E 19.417,91, zodat zij thans het recht heeft om een lagere hoofdsom van E 13.386,66 te mogen vorderen, ook al is deze niet nader gespecificeerd.
8.2.1 Het hof zal Mercedes-Benz in deze niet volgen. De omstandigheid dat zij, om kennelijke haar motiverende redenen, heeft gekozen voor een berekening anders dan op basis van de Algemene Voorwaarden, ontslaat haar, ook indien die berekening per saldo op een lager bedrag uitkomt, niet van haar verplichting de posten van de vordering, bij betwisting door de wederpartij, deugdelijk te onderbouwen en te specificeren. Het oordeel van de kantonrechter dat de betreffende post bij gebreke van enige onderbouwing niet kan worden toegewezen, is terecht en op goede gronden gegeven, en wordt door het hof onderschreven.
8.2.2 Nu Mercedes-Benz de vordering conform de berekening in eerste aanleg als primaire vordering in appel heeft gehandhaafd, en zij het in dat kader opgevoerde bedrag aan kosten van voortijdige inlevering van de auto nog steeds niet van een deugdelijke onderbouwing heeft voorzien, kan de toewijzing van de (thans primaire) vordering tot het door de kantonrechter bepaalde bedrag in hoofdsom van E 7.613,34 in stand blijven.
De subsidiair aangedragen vordering in appel behoeft hiermee vervolgens geen bespreking meer.
8.2.3 Het hof overweegt voorts dat door Mercedes-Benz niet expliciet is gegriefd tegen de toewijzing door de kantonrechter van de contractuele vertragingsrente ad 18% per jaar eerst vanaf de datum van 2 juni 2004. [R1]Nu evenwel de bij memorie van grieven geformuleerde primaire vordering, naar het hof begrijpt, strekt tot vergoeding van de door [geïntimeerde] in totaal verschuldigde contractuele vertragingsrente vanaf het opeisen van de restantsom, en het verschuldigd zijn van deze rente als zodanig door [geïntimeerde] niet is betwist, zal het hof de rente toewijzen vanaf de vervaldag van de factuur nr. [nr.], zijnde 9 december 2003.
8.3 Grief 2 betreft het oordeel van de kantonrechter dat de gebleken buitengerechtelijke werkzaamheden van de gemachtigde van Mercedes-Benz geen afzonderlijke vergoeding naast de vergoeding van de proceskosten rechtvaardigen.
Mercedes-Benz stelt in de toelichting op de grief dat, nu [geïntimeerde], ook na aanmaning, in gebreke is gebleven de vordering te voldoen, zij genoodzaakt was de vordering uit handen te geven aan haar incassogemachtigde. Ingevolge de voorwaarden van de onderhavige overeenkomst komen de kosten voor buitengerechtelijke incasso, bepaald op 15% van de hoofdsom, voor rekening van [geïntimeerde].
Deze grief slaagt. Het hof acht de door Mercedes-Benz gestelde buitengerechtelijke werkzaamheden, welke door [geïntimeerde] niet gemotiveerd zijn betwist, voor vergoeding vatbaar, evenwel met dien verstande dat het overeengekomen percentage van 15 % dient te worden berekend over het door de kantonrechter toegewezen bedrag in hoofdsom van
E 7.613,34, derhalve uitkomend op een bedrag van E 1.358,98 incl. BTW.
8.4 Met grief 3 tenslotte klaagt Mercedes-Benz dat de kantonrechter de gevorderde ontbinding van de overeenkomst zonder nadere motivering heeft afgewezen.
Ook deze grief treft doel. Het hof neemt aan dat het niet toewijzen van dit onderdeel van de vordering door de kantonrechter op een omissie berust, en zal het gevorderde alsnog toewijzen als in het dictum bepaald.
8.5 Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het vonnis waarvan beroep niet in stand kan blijven voor wat betreft de ingangsdatum van de contractuele vertragingsrente, en voorzover daarbij de vorderingen tot ontbinding van de overeenkomst en tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen. Het hof zal het vonnis in zoverre vernietigen en opnieuw rechtdoen.
8.6 Nu partijen over en weer ten dele in het ongelijk zijn gesteld, zal het hof de proceskosten van het hoger beroep compenseren, als in het dictum vermeld.
9. De uitspraak
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voorzover daarbij de ingangsdatum van de contractuele rente is bepaald op 2 juni 2004, en voor zover daarbij de vordering tot ontbinding van de overeenkomst en tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, en
opnieuw rechtdoende:
- verklaart de tussen partijen gesloten lease-overeenkomst ontbonden,[R2]
- bepaalt dat de contractuele vertragingsrente van 18% per jaar over het toegewezen bedrag in hoofdsom van E 7.613,34 verschuldigd is vanaf 9 december 2003,
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan Mercedes-Benz ter zake buitengerechtelijke incassokoosten te betalen de somma van
E 1.358,98 (incl. BTW),
bekrachtigt dit vonnis voor het overige;
compenseert de proceskosten in het hoger beroep, in dier voege dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. Hendriks-Jansen, Fikkers en Spoor en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 24 januari 2006.
griffier rolraadsheer