Bij vonnis van 19 juli 2000 is [international] International B.V., voorheen Beheer- en Beleggingsmaatschappij Bewico B.V., [de vennootschap] door de rechtbank Utrecht in staat van faillissement verklaard.
Bij beschikking van 24 juli 2000 is geïntimeerde tot curator benoemd.
Tot 2 december 1999 was de heer [enig aandeelhouder van de vennootschap] enig aandeelhouder van de vennootschap.
Op 2 december 1999 heeft de heer [enig aandeelhouder van de vennootschap] alle 25 geplaatste aandelen overgedragen aan [appellant 1] [13 aandelen] en [appellant 2] [12 aandelen].
De koopprijs hebben [appellant 1] en [appellant 2] grotendeels voldaan door overname van de rekening courantschuld van de heer [enig aandeelhouder van de vennootschap] aan de vennootschap.
Op 2 december 1999 zijn [appellant 1] en [appellant 2] tot [enige] statutaire bestuurders van de vennootschap benoemd.
Op 4 februari 2000 is de vennootschap overeenkomsten voor de lease van twee personenauto’s aangegaan met Alcredis Nederland B.V. [Suzuki Lease]. Op 14 februari 2000 heeft de vennootschap nog twee personenauto’s van Suzuki Lease geleasd.
Op 17 februari 2000 heeft [appellant 2] al zijn aandelen overgedragen aan [partij 3] [ [partij 3] ] en heeft [appellant 1] 8 van zijn 13 aandelen overgedragen aan [partij 3] . [partij 3] is op 17 februari 2000 benoemd tot statutair directeur van de vennootschap en [appellant 2] is op die datum afgetreden als bestuurder.
Op 21 februari 2000 is de naam van de vennootschap gewijzigd in [international] International B.V.. [partij 3] is tot het faillissement bestuurder gebleven van de vennootschap.
Op 20 maart 2000 heeft de vennootschap nog een leaseovereenkomst gesloten met Suzuki Lease.
Op 30 maart 2000 is [appellant 1] afgetreden als bestuurder.
Buiten het sluiten van de leaseovereenkomsten heeft de vennootschap geen wezenlijke activiteiten ontplooid. De vennootschap heeft de geleasde auto’s ter beschikking gesteld aan de besloten vennootschap [HES] [HES], handelend onder de naam [international] Instituut.
[partij 3] was enig statutair bestuurder van HES van 20 september 1999 tot aan de datum van het faillissement van HES op 28 juli 2000.
Een schriftelijk vastgelegde verplichting voor HES om de vennootschap een vergoeding te betalen voor de ter beschikking stelling van de acht auto’s was er niet.
De curator heeft in de boedel geen boekhouding aangetroffen.
Exclusief faillissementskosten bedraagt het tekort in het faillissement € 54.410,57.
In 2003 heeft de curator een procedure tegen [appellant 1] en [appellant 2] gevoerd teneinde betaling van hun rekening courantschuld aan de vennootschap te verkrijgen.
Deze procedure is geëindigd in een schikking, inhoudende dat [appellant 1] en [appellant 2] samen een bedrag van
€ 12.500,- aan de boedel dienen te voldoen.
De onderhavige procedure strekt – kort gezegd – primair tot betaling van een bedrag van € 65.710,57 [het faillissementstekort van € 54.410,57 vermeerderd met een bedrag van € 23.800,- voor de faillissementskosten verminderd met het bedrag van € 12.500,- tot betaling waarvan [appellant 1] en [appellant 2] zich al hebben verplicht], althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 april 2004 tot de dag der algehele voldoening; subsidiair tot betaling aan de curator van het bedrag van het faillissementstekort op te maken bij staat, eveneens te vermeerderen met voormelde wettelijke rente.
In het vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank [appellant 1] en [appellant 2] én [partij 3] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan de curator van een bedrag van
€ 41.910,57, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 april 2004 tot aan de dag der voldoening; tevens heeft de rechtbank [appellant 1] en [appellant 2] én [partij 3] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan de curator van het bedrag van de faillissementskosten, op te maken bij staat.