ECLI:NL:GHSHE:2005:AU8616
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van de Loo
- A. Harmsen
- J. de Lange
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan vertegenwoordigingsbevoegdheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 oktober 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Roermond, dat op 17 juni 2004 was gewezen. De verdachte was bij dat vonnis veroordeeld tot een geldboete van € 1800,--. Het hof heeft vastgesteld dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de verdachte toekomt aan twee gezamenlijk handelende bestuurders, zoals vastgelegd in de statuten van de verdachte. Echter, uit de akte waarmee het hoger beroep is ingesteld, blijkt dat slechts één bestuurder een derde heeft gemachtigd om namens de verdachte hoger beroep in te stellen. Dit gebrek aan een geldige volmacht heeft geleid tot de conclusie dat het hoger beroep niet rechtsgeldig is ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd, omdat de statuten vereisen dat beide gezamenlijk handelende bestuurders een schriftelijke volmacht moeten geven voor het instellen van hoger beroep. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar hoger beroep. De uitspraak van het hof is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. Van Ham, en is openbaar uitgesproken.
De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep, waarmee de eerdere veroordeling door de economische politierechter in stand blijft.