ECLI:NL:GHSHE:2005:AU2829
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Harmsen
- A. Claassens
- J. de Doelder
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding en psychische toestand van verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 augustus 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda, dat op 26 augustus 2004 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld, maar dit was pas gedaan na het verstrijken van de wettelijke termijn van veertien dagen. De oproeping voor de terechtzitting was aan de verdachte in persoon betekend, waardoor hij op de hoogte was van de uitspraak en de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Het hof diende te beoordelen of er omstandigheden waren die de verdachte verhinderden om tijdig hoger beroep in te stellen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting bleek dat de verdachte ten tijde van de uitspraak door de politierechter in een psychotische toestand verkeerde en opgenomen was in het Huis van Bewaring te Amsterdam. De raadsman van de verdachte stelde dat deze psychische toestand hem verhinderde om te begrijpen dat hij hoger beroep moest instellen. Het hof oordeelde dat de psychische toestand van de verdachte op 25 november 2004, tijdens een andere zitting, zodanig was verbeterd dat hij weer in staat was om de situatie te begrijpen. Dit leidde tot de conclusie dat de omstandigheid die hem eerder verhinderde om hoger beroep in te stellen, op dat moment was opgeheven.
Desondanks stelde de verdachte pas op 24 februari 2005 hoger beroep in, wat leidde tot de conclusie dat de termijnoverschrijding hem kon worden toegerekend. Het hof verklaarde de verdachte derhalve niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. Harmsen, met de raadsheren mrs. Claassens en De Doelder. Mr. De Doelder was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.