ECLI:NL:GHSHE:2005:AU0211
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Huurman-van Asten
- A. Bergkotte
- J. de Poorter
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vrijspraak in hoger beroep met betrekking tot toediening van medicijnen en dood van slachtoffer
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 juli 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de Rechtbank Breda van 10 november 2004. De verdachte, geboren in 1972, was aangeklaagd voor het toedienen van medicijnen aan het slachtoffer, waarbij de vraag was of deze toediening heeft geleid tot de dood van het slachtoffer. Het hof bevestigt het eerder uitgesproken vonnis van de rechtbank, maar voegt hieraan toe dat niet is komen vast te staan dat de dood van het slachtoffer door de toediening van de medicijnen is veroorzaakt. Het hof heeft de verklaringen van deskundigen en de aard van de middelen in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat de bedoeling van de verdachte was om de symptomen van het slachtoffer te bestrijden en niet om diens leven te beëindigen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep en het onderzoek in eerste aanleg in aanmerking genomen en heeft de vordering van de advocaat-generaal beoordeeld. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte tot een gevangenisstraf van honderdtachtig dagen zou worden veroordeeld, waarvan honderdtweeënzeventig dagen voorwaardelijk. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de rechtbank te bevestigen, met enkele aanvullingen op de motivering van de vrijspraak.