ECLI:NL:GHSHE:2005:AT9884
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- Den Hartog Jager
- Theuws
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatieverplichtingen en affectieve relaties na echtscheiding
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 maart 2005, betreft het een hoger beroep van de man tegen een vonnis van de rechtbank te Breda. Partijen, die ooit gehuwd zijn geweest, hebben hun huwelijk ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op 24 juli 2001. Voorafgaand aan de echtscheiding hebben zij een echtscheidingsconvenant gesloten waarin onder andere de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw is geregeld. De man vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat de vrouw, door het aangaan van een nieuwe affectieve relatie, de alimentatieverplichting van de man kan beïnvloeden zoals vastgelegd in het convenant.
De vrouw heeft in de laatste fase van het huwelijk een relatie gehad met een derde persoon, aangeduid als [de heer 1], en heeft inmiddels een nieuwe relatie met [de heer 2]. De man stelt dat de bepalingen in het convenant niet alleen betrekking hebben op de relatie met [de heer 1], maar op elke affectieve relatie die de vrouw aangaat. De rechtbank heeft de vordering van de man afgewezen, met de overweging dat de zinsnede in het convenant taalkundig alleen op [de heer 1] betrekking heeft.
Het hof overweegt dat de betekenis van de omstreden passage in het convenant moet worden vastgesteld aan de hand van de verklaringen en gedragingen van partijen. De man heeft een bewijsaanbod gedaan om zijn stelling te onderbouwen dat de bepalingen in het convenant ook van toepassing zijn op andere relaties. Het hof laat de man toe om dit bewijs te leveren en verwijst de zaak naar de rolzitting voor verdere procedurele stappen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de uiteindelijke uitkomst van de zaak nog niet is vastgesteld.