ECLI:NL:GHSHE:2005:AT9298
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J. Harmsen
- A. van de Loo
- B. de Lange
- Rechtspraak.nl
Verklaring en berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 april 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht. De veroordeelde, geboren in 1966 en woonachtig in [woonplaats], is veroordeeld voor het meermalen opzettelijk verkopen en/of verstrekken van een hoeveelheid van een materiaal dat MDA, MDMA, N-ethylMDA en amfetamine bevatte. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde door deze feiten een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten, dat geschat is op netto EUR 1.250,--. Deze schatting is gebaseerd op de verklaring van de veroordeelde dat hij XTC-pillen inkocht voor EUR 2,50 per stuk en verkocht voor EUR 5,00 per stuk, waarbij hij gedurende de bewezenverklaarde periode naar eigen zeggen 500 pillen heeft verkocht.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in behandeling genomen en heeft de beslissing van de eerste rechter vernietigd, omdat het hof zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis kon verenigen. De schriftelijke vordering van de officier van justitie strekte tot vaststelling van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel en tot oplegging van de verplichting tot betaling aan de staat van het geschatte voordeel van EUR 1.250,00. Het hof heeft geoordeeld dat de investering van de veroordeelde in de inkoop van de XTC-pillen niet voor aftrek in aanmerking komt, omdat het risico van deze besteding voor rekening van de veroordeelde komt.
De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van EUR 1.250,00. Het hof heeft in zijn overwegingen ook rekening gehouden met de draagkracht van de veroordeelde, maar heeft geoordeeld dat niet aannemelijk is geworden dat hij niet in staat zou zijn aan zijn betalingsverplichting te voldoen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Van der Velden, en is openbaar uitgesproken.