ECLI:NL:GHSHE:2005:AT6401
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N. van Beelen
- M.S.J. Pijnenburg-Braspenning
- Rechtspraak.nl
Hypothecaire lening en aftrekbaarheid van rente in verband met eigen woning
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 april 2005 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de aftrekbaarheid van rente op een hypothecaire lening. De belanghebbende had in 1994 een perceel grond met daarop een woning gekocht, gefinancierd met een hypothecaire lening. In de jaren 2000 en 2001 werd de woning afgebroken en werd er een nieuwe woning gebouwd. De kosten van de bouw werden aanvankelijk gefinancierd uit eigen middelen, maar de belanghebbende vroeg in 2001 een verhoging van de hypothecaire lening aan om de bouwkosten te dekken. De Inspecteur betwistte de aftrekbaarheid van de rente op deze verhoging, omdat hij stelde dat er geen causaal verband was tussen de lening en de bouw van de woning.
Het hof oordeelde dat de belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat de verhoging van de hypothecaire lening van f 200.000,= geheel kon worden aangemerkt als een schuld ter zake van de eigen woning. Het hof verwierp de stelling van de Inspecteur dat een lening geen element van terugwerkende kracht kan hebben. Het hof concludeerde dat de rente op de hypothecaire lening aftrekbaar was van het inkomen uit werk en woning. De uitspraak van de Inspecteur werd vernietigd en de aanslag werd verlaagd tot een verzamelinkomen van € 43.685,=.
De belanghebbende kreeg ook het door hem betaalde griffierecht vergoed, evenals de proceskosten die hij had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep. Het hof benadrukte dat de belanghebbende de last had te bewijzen dat de verhoging van de hypothecaire lening betrekking had op de bouw van de eigen woning. De uitspraak werd gedaan in een zitting met gesloten deuren, waarbij de belanghebbende en vertegenwoordigers van de Inspecteur aanwezig waren.