ECLI:NL:GHSHE:2005:AT5057
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. De Lange
- Mrs. Harmsen
- Mr. Van de Loo
- Rechtspraak.nl
Onthouding van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak met betrekking tot heroïneverkoop
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 januari 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een veroordeelde die in de periode van 1 februari 2000 tot en met 15 februari 2001 betrokken was bij de verkoop van heroïne. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde een netto voordeel heeft behaald van € 1.420,33, gebaseerd op een geschatte winst van FL. 10,-- per verkochte gram heroïne en een gemiddelde verkoophoeveelheid van 4,5 gram per dag over een periode van 380 dagen. Dit resulteert in een totaal geschat wederrechtelijk voordeel van FL. 17.100,--, omgerekend naar € 7.759,64.
De beslissing van het hof is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel regelt. Het hof heeft de eerdere uitspraak vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verplichting oplegt aan de veroordeelde om een bedrag van € 1.420,33 aan de Staat te betalen. De redengeving van de op te leggen maatregel is dat de strekking van de ontnemingsmaatregel is om het door de veroordeelde verkregen profijt van strafbare feiten terug te vorderen. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen en heeft de zaak beoordeeld op basis van de beschikbare bewijsmiddelen.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en is geregistreerd onder parketnummer 20.003654.03 O.W.V. De veroordeelde heeft tijdig hoger beroep ingesteld tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank, die op 15 april 2003 werd gedaan. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek in eerste aanleg en het hoger beroep, waarbij de betrokkenheid van de veroordeelde bij de verkoop van heroïne en cocaïne werd vastgesteld.