ECLI:NL:GHSHE:2004:AS3051
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- K. Kranenburg
- M. Meulenbroek
- A. Venhuizen
- Rechtspraak.nl
Bewijsvoering en aansprakelijkheid in de zaak Mazars tegen [geïntimeerde] met betrekking tot de aankoop van een turbo-bv
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, stond de maatschap Mazars Paardekooper & Hoffmann Accountants in hoger beroep tegenover [geïntimeerde]. De zaak betreft de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] in verband met de aankoop van een turbo-bv in 1995. Mazars stelde dat [geïntimeerde] door Accountantskantoor Boogers en Bertens expliciet was gewaarschuwd voor de risico's van deze aankoop, met name dat de fiscale mogelijkheden van de turbo-bv aanzienlijk beperkt konden worden. Het hof heeft Mazars toegelaten tot het bewijs van deze stelling, waarna drie getuigen zijn gehoord, waaronder een vennoot van Mazars en een zakenpartner van [geïntimeerde].
De getuigenverklaringen waren echter inconsistent en boden onvoldoende bewijs voor de expliciete waarschuwing die Mazars stelde dat gegeven was. Het hof concludeerde dat Mazars er niet in was geslaagd het gevraagde bewijs te leveren, wat leidde tot de afwijzing van grief II. Het hof verklaarde Mazars niet-ontvankelijk in haar beroep tegen eerdere tussenvonnissen en bekrachtigde het eindvonnis van 8 oktober 2002, met uitzondering van de rentevordering en de proceskostenveroordeling.
Uiteindelijk werd [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over verschillende facturen aan Mazars, en werden de proceskosten in zowel eerste aanleg als hoger beroep vastgesteld. Dit arrest werd uitgesproken op 7 december 2004 door de rechters Kranenburg, Meulenbroek en Venhuizen.