ECLI:NL:GHSHE:2004:AS2634
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Teeffelen
- A. van Zinnen
- J. Vlaardingerbroek
- Rechtspraak.nl
Rechtsmacht van de Nederlandse rechter in zaken van kinderbescherming met betrekking tot verblijfplaats van minderjarigen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, werd de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in een kinderbeschermingskwestie beoordeeld. De Raad voor de Kinderbescherming had een verzoek ingediend tot machtiging voor de uithuisplaatsing van een minderjarige, [naam dochter], die feitelijk bij haar moeder in België verbleef. Het hof oordeelde dat, op basis van artikel 5 Rv, de Nederlandse rechter geen rechtsmacht had, omdat het kind zijn gewone verblijfplaats in België had. De moeder en dochter woonden op een camping in België, waar de moeder zich definitief wilde vestigen. Het hof benadrukte dat de autoriteiten in België beter in staat zijn om de nodige maatregelen te treffen ter bescherming van de minderjarige.
De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2004, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de stichting aanwezig waren. De kinderrechter had eerder de machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat de situatie bij de moeder niet negatief was veranderd. De Raad ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof concludeerde dat de Nederlandse rechter niet bevoegd was om het verzoek te behandelen, en vernietigde de eerdere beslissing van de kinderrechter. Dit was in het belang van het kind, aangezien de Belgische autoriteiten beter in staat zijn om toezicht te houden op de situatie van [naam dochter]. De beschikking werd uitgesproken op 23 december 2004.