ECLI:NL:GHSHE:2004:AR5961
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. van Soest-van Dijkhuizen
- J. Katerberg
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring en pluraliteit van schuldeisers in het civiel recht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 november 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank te Breda van 31 augustus 2004, waarin het verzoek tot faillietverklaring van de geïntimeerde werd afgewezen. De appellanten, bestaande uit verschillende stichtingen, hebben verzocht om het faillissement van de geïntimeerde uit te spreken, waarbij zij stelden dat de geïntimeerde niet in staat was om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Ter zitting heeft de geïntimeerde echter onweersproken gesteld dat hij twee winstgevende bedrijven heeft en dat hij zijn financiële lasten stipt voldoet. De enige reden dat hij niet tot betaling is overgegaan, is dat hij geen inzage heeft gekregen in de gegrondheid van de vorderingen van de appellanten.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een pluraliteit van schuldeisers, maar dat de geïntimeerde niet verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Dit is in lijn met eerdere jurisprudentie, waarbij het hof concludeert dat de appellanten onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de geïntimeerde in betalingsproblemen verkeert. De bestreden beschikking van de rechtbank is dan ook bekrachtigd, wat betekent dat het verzoek tot faillietverklaring niet wordt toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het indienen van een faillissementsverzoek en de noodzaak voor schuldeisers om transparantie te bieden over hun vorderingen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 26 oktober 2004, waarbij zowel de geïntimeerde als de advocaat van de appellanten zijn gehoord. Het hof heeft de relevante stukken en correspondentie in overweging genomen, waaronder eerdere beslissingen en de inhoud van het beroepschrift. De uitspraak van het hof is gedaan in het kader van civiel recht en insolventierecht, waarbij de juridische termen zoals 'pluraliteit van schuldeisers' en 'toestand van te hebben opgehouden te betalen' centraal staan.