ECLI:NL:GHSHE:2004:AR3680

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.003124.03
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. Huurman-van Asten
  • Mrs. De Vries-Leemans
  • Mr. Van Beuge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer door sms-berichten

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 september 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank te Maastricht. De verdachte was eerder veroordeeld voor belaging, waarbij hem was ten laste gelegd dat hij in de periode van 15 mei 2001 tot 1 maart 2002 in de gemeente Maastricht stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een slachtoffer door herhaaldelijk sms-berichten te sturen. De tenlastelegging bevatte de kwalificatie dat de verdachte met opzet en wederrechtelijk handelde, met het oogmerk om de ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden of vrees aan te jagen.

Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de feitelijke omschrijving van de gedragingen onvoldoende was om het oogmerk van de verdachte te concretiseren. Het hof oordeelde dat de inleidende dagvaarding nietig verklaard diende te worden, omdat de omschrijving van de gedragingen niet voldeed aan de eisen die gesteld worden aan een tenlastelegging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij de nietigheid van de dagvaarding werd uitgesproken.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en specifieke tenlastelegging in strafzaken, vooral wanneer het gaat om delicten die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers. Het hof heeft de zaak behandeld in tegenwoordigheid van de advocaat-generaal en de verdediging, waarbij alle relevante argumenten zijn overwogen.

Uitspraak

parketnummer: 20.003124.03
datum uitspraak: 23 september 2004
tegenspraak
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
A R R E S T
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank te Maastricht van 1 augustus 2003 in de strafzaak onder parketnummer 03/010272-02 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (België), op [geboortedatum] 1980,
wonende te [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.
Het beroepen vonnis
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 15 mei 2001 tot 1 maart 2002 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte, meermalen (telkens) die [slachtoffer] sms-berichten gestuurd.
De geldigheid van de inleidende dagvaarding
In de tenlastelegging is als kwalificatieve aanduiding van het feit vermeld dat de verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen. In de daaropvolgende feitelijke omschrijving is dit slechts in zoverre geconcretiseerd, dat is vermeld dat de verdachte die [slachtoffer] meermalen (telkens) sms-berichten heeft gestuurd.
Weliswaar behoeft met betrekking tot het bestanddeel "met het oogmerk de ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen" niet te worden gespecificeerd op welk doen, nalaten of dulden het oogmerk van de verdachte is gericht, nu deze termen tevens een feitelijke betekenis hebben, doch dan dient de feitelijke omschrijving van de gedragingen die inbreuk op de persoonlijke levenssfeer opleveren wel zodanig geconcretiseerd te zijn, dat het genoemde oogmerk daaruit kan worden afgeleid.
Zulks is hier niet het geval, zodat de inleidende dagvaarding alsnog nietig dient worden verklaard.
B E S L I S S I N G :
Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht.
Verklaart de inleidende dagvaarding alsnog nietig.
Dit arrest is gewezen door Mr. Huurman-van Asten, als voorzitter
Mrs. De Vries-Leemans en Van Beuge, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Kroes, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 september 2004.
Mr. Van Beuge is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 04
tijd : 10.45
verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (België), op [geboortedatum] 1980,
wonende te [adres],
Is bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Maastricht van 1 augustus 2003 ter zake van:
"Belaging";
veroordeeld tot:
wrkstrf. 180 uur subs. 90 dgn. hecht.; gev. str. 4 wkn. VV prftd. 2 jrn., toew. civ. vord. BP boete staat tbv So ? 1000,- subs. 20 dgn. hecht., rest n.o.; MVV