ECLI:NL:GHSHE:2004:AR3680
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. Huurman-van Asten
- Mrs. De Vries-Leemans
- Mr. Van Beuge
- Rechtspraak.nl
Wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer door sms-berichten
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 september 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank te Maastricht. De verdachte was eerder veroordeeld voor belaging, waarbij hem was ten laste gelegd dat hij in de periode van 15 mei 2001 tot 1 maart 2002 in de gemeente Maastricht stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een slachtoffer door herhaaldelijk sms-berichten te sturen. De tenlastelegging bevatte de kwalificatie dat de verdachte met opzet en wederrechtelijk handelde, met het oogmerk om de ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden of vrees aan te jagen.
Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de feitelijke omschrijving van de gedragingen onvoldoende was om het oogmerk van de verdachte te concretiseren. Het hof oordeelde dat de inleidende dagvaarding nietig verklaard diende te worden, omdat de omschrijving van de gedragingen niet voldeed aan de eisen die gesteld worden aan een tenlastelegging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij de nietigheid van de dagvaarding werd uitgesproken.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en specifieke tenlastelegging in strafzaken, vooral wanneer het gaat om delicten die betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers. Het hof heeft de zaak behandeld in tegenwoordigheid van de advocaat-generaal en de verdediging, waarbij alle relevante argumenten zijn overwogen.