ECLI:NL:GHSHE:2004:AQ1739
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.Th. Simons
- A.W.J. Strik
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen grondwaterheffing en de redelijkheid van het tarief
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 mei 2004 uitspraak gedaan in een beroep van belanghebbende, een houder van een geregistreerde inrichting voor het onttrekken van grondwater, tegen de grondwaterheffing voor het jaar 2000. De heffing bedroeg ƒ 150,=, gebaseerd op artikel 7 van de Verordening op de heffing en invordering van de Grondwaterheffing. Belanghebbende betwistte de hoogte van de aanslag en stelde dat deze verlaagd diende te worden tot ƒ 11,40, gebaseerd op zijn onttrekking van 570 kubieke meters grondwater à ƒ 0,02 per kubieke meter.
Tijdens de zitting op 12 mei 2004 heeft belanghebbende zijn standpunt toegelicht, terwijl de ambtenaar verklaarde dat het tarief van ƒ 150,= kostendekkend was voor de heffing en invordering. Het Hof heeft echter geconcludeerd dat het vaste tarief voor onttrekkingen onder 7.500 kubieke meters leidt tot een willekeurige en onredelijke heffing. Het Hof heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de aanslag verlaagd tot het door belanghebbende gevraagde bedrag van ƒ 11,40 (€ 5,17).
Daarnaast heeft het Hof bepaald dat het griffierecht van ƒ 109,= (€ 49,46) aan belanghebbende dient te worden vergoed door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. De uitspraak is gedaan door de Eerste enkelvoudige Belastingkamer van het Gerechtshof, waarbij de gronden voor de beslissing zijn uiteengezet. Het Hof heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien er geen sprake was van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijk verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke.