GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2003 in de strafzaak onder parketnummer 01/039041/02 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1984,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Torentijd te Middelburg (Zl).
De verdachte en de officier van justitie hebben tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Het hof neemt hier uit het beroepen vonnis de weergave van de tenlastelegging over.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2002 tot en met 29 oktober 2002 in de arrondissementen 's-Hertogenbosch en Breda en Zutphen heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten het samenwerkingsverband van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstallen met geweld in vereniging.
2.
hij op 6 september 2002 te Cromvoirt, gemeente Vught, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 9.850,68 Euro en een hoeveelheid postzegels en een hoeveelheid telefoonkaarten, toebehorende aan EM-TE Supermarkten BV, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerkers van die EM-TE supermarkt en bezoekers van die EM-TE supermarkt gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en zijn mededader(s)
- zich met bivakmutsen op naar/in die EM-TE supermarkt hebben begeven en
- een of meer van voornoemde medewerkers en/of een of meer van voornoemde bezoekers op een vuurwapen gelijkende voorwerpen hebben voorgehouden en/of getoond en/of op een vuurwapen gelijkende voorwerpen hebben gericht (gehouden) op het hoofd en/of het lichaam van voornoemde personen en
- voornoemde medewerkers en/of voornoemde bezoekers dreigend de woorden hebben toegevoegd: "Maak die kluis open" en "Doe geen gekke dingen" en "Stilzitten " en
- een van voornoemde medewerkers een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd hebben geslagen.
3.
hij op 5 oktober 2002 te Twello, gemeente Voorst, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen enig geldbedrag, toebehorende aan Deka-markt (slijterij) en een portemonnee met inhoud toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- zich met een bivakmuts op naar/in de slijterij van de Deka-markt heeft begeven en
- voornoemde [slachtoffer 1] met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd heeft geslagen en
- voornoemde [slachtoffer 1] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft voorgehouden en
- voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd' "Overval, geld" en "Doe in tas".
4.
hij op 5 oktober 2002 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 20.225 Euro en een geldkist en meerdere telefoonkaarten en meerdere kraskaarten en een rugzak in elk geval enig goed, toebehorende aan anderen dan aan verdachte of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen medewerkers van de DEKA-markt en bezoekers van die DEKA -markt, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders
- zich met bivakmutsen op naar/in die DEKA-markt begeven en
- op een vuurwapen gelijkende voorwerpen hebben voorgehouden en/of getoond aan en/of gericht en/of gericht gehouden op (de lichamen van) een of meer van voornoemde medewerkers en/of een of meer van voornoemde bezoekers en
- die medewerkers en/of een of meer van voornoemde bezoekers dreigend de woorden hebben toegevoegd "overval, rustig blijven" en "blijf rustig" en "Ik wil geld; dit is een overval, naar de kluis" en "meekomen lopen naar de kluis" en "er gebeurt je niets, rustig blijven" en "pak tas, pak iets, schiet op" en "overval iedereen liggen" en "la open" en "liggen" en "deze la moet open" en
- een of meer van voornoemde medewerker(s) en een of meer van voornoemde bezoeker(s) hebben gedwongen om op de grond te gaan liggen en
- (bij het verlaten van de winkel) een schot hebben gelost.
Voor zover in de tenlastelegging schrijffouten voorkomen, zijn die in deze bewezenverklaring door het hof verbeterd. De verdachte is door deze verbetering niet in de verdediging geschaad.
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit.
Het onder 1 bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 140, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het onder 2, 3 en 4 bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 312, eerste en tweede lid in samenhang met artikel 310 van voornoemde wet.
Het moet telkens worden gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Verdachte heeft volstrekt niet stilgestaan bij de angst die hij, samen met zijn mede-verdachten, teweeg heeft gebracht bij personeel en klanten van supermarkten door met wapens en bivakmutsen en schreeuwend en (zeer) gewelddadig de bewezen overvallen te plegen. Het is niet ondenkbaar dat deze angst tot langdurige gevolgen leidt voor de slachtoffers.
Daarnaast heeft het hof gelet op de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld en het gewelddadig karakter van het bewezen verklaarde en de maatschappelijke verontrusting die daarvan het gevolg is.
Bij de straftoemeting heeft het hof ten bezware van de verdachte er rekening mee gehouden dat de verdachte heeft erkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de strafbare feiten, ad informandum vermeld op de inleidende dagvaarding, voor welke feiten de verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd.
Tot deze feiten behoort onder meer een poging tot een overval op de Lidl-supermarkt te Deurne op 11 september 2002. OOk daar is binnengedrongen met bivakmutsen op en met (nep) vuurwapens. De strafoplegging betreft dus in elk geval gewapende overvallen op supermarkten op drie verschillende tijdstippen. De gecombineerde overval op de slijterij en de supermarkt te Twello op 5 oktober 2002 weegt daarbij echter zwaar, nu verdachte door eerste geweld te gebruiken tegen de medewerker in de slijterij en vervolgens in de supermarkt, naar zijn zeggen om zijn mede-verdachte te waarschuwen en/of tot spoed te manen, een schot met een alarmpistool heeft afgevuurd. Daarnaast tellen voor verdachte mee achttien diefstallen uit bedrijven (waaronder vijf ramkraken) en achttien diefstallen van auto's en vier pogingen daartoe. In totaal gaat het om zo'n zestig strafbare feiten.
In de straftoemeting heeft het hof geen zelfstandige betekenis toegekend, naast de overige bewezen en ad informandum gevoegde feiten, aan het onder 1 bewezen verklaarde feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat EM-TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde feit, schade heeft geleden tot een bedrag van zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent cent.
Daarnaast is gebleken dat [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] immateriële schade hebben geleden, welke het hof naar billijkheid begroot op vijftienhonderd euro per persoon.
Verdachte en zijn mededaders zijn naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schades.
Het hof zal daarom aan de verdachte ter meerdere zekerheid van de hieronder te vermelden betalingen van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent cent, respectievelijk vijftienhonderd euro meer respectievelijk vijftienhonderd euro te betalen ten behoeve van voormelde slachtoffers, met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de verplichting heeft voldaan, de verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Het hof zal daarbij bepalen dat indien en voorzover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling van de vordering(en) van de benadeelde partij, daarmede de verplichting van de verdachte tot betaling aan de Staat ten behoeve van voormelde slachtoffers in zoverre komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer daarmede de verplichting van de verdachte tot betaling van de vordering van de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen).
De vorderingen van de benadeelde partijen
EM-TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend. De eerste rechter heeft EM-TE Supermarkten B.V. niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. In hoger beroep heeft voormelde benadeelde partij zich wederom gevoegd.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
De vordering is betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als rechtstreeks gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een hoogte van zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent cent, zijnde de kosten voor directe opvang en nazorg. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Voor wat betreft het meer of anders gevorderde is uit het onderzoek ter terechtzitting gebleken dat voormelde vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal het hof bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in dit deel van de vordering en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De proceskosten, begroot op nihil, van de benadeelde partij worden ten laste van de verdachte gebracht.
[benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] hebben zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend.
De voegingen duren, voor zover de gevorderde schadevergoedingen zijn toegewezen, van rechtswege voort in hoger beroep. Deze vorderingen strekken tot vergoeding van geleden schade.
Deze vorderingen zijn niet betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat voormelde benadeelde partijen als rechtstreeks gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden tot de gevorderde bedragen. De vorderingen zijn voor toewijzing vatbaar, met veroordeling van de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partijen. De totale schade wordt bijgevolg begroot op vijftienhonderd euro per persoon. Tot deze bedragen dienen de vorderingen te worden toegewezen. De proceskosten, begroot op nihil, worden ten laste van de verdachte gebracht.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging is gegrond op de artikelen: 24c, 27, 36f, 57, 140, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
sub 1: "Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven",
sub 2: "Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren",
sub 3: "Diefstal , vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken",
sub 4: "Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren",
Verklaart de verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van tien jaar.
Beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf daarop geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij deels toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: EM TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel, een bedrag van Eur. 1674,50 (zegge: zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer EM-TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel, te betalen een bedrag van Eur. 1674,50 (zegge: zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van drieëndertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: [benadeelde partij 1], een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: [benadeelde partij 2], een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Dit arrest is gewezen door Mr. Eijsenga, als voorzitter
Mrs. Bark - van Gink en Nieuwenhuijsen, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Dhr. De Jonge, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 april 2004.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 04
tijd : 09.30
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1984,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Torentijd te Middelburg (Zl)
Is bij vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2003 ter zake van:
sub 1:"Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven",
sub 2:"Diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken",
sub 3:"Diefstal , vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken",
sub 4:"Diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrappiung op heterdaad, aanzich of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren",
veroordeeld tot:
9 jr. gev. straf OV MAV; Maatregel schadevergoeding verpl. aan staat; wijst vord toe