ECLI:NL:GHSHE:2004:AP0977

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20.003225.03
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. Eijsenga
  • Mrs. Bark - van Gink
  • Mr. Nieuwenhuijsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overvallen op supermarkten met geweld en deelname aan een criminele organisatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 april 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2003. De verdachte, geboren in 1983 en thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring De Boschpoort te Breda, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar wegens deelname aan een criminele organisatie en diefstal met geweld, gepleegd in vereniging. De zaak betreft meerdere overvallen op supermarkten, waarbij de verdachte en zijn mededaders zich met bivakmutsen en vuurwapenachtige voorwerpen hebben gepresenteerd en geweld hebben gebruikt tegen medewerkers en klanten van de supermarkten. De bewezen feiten omvatten onder andere een overval op EM-TE Supermarkten BV en Laurus NV, waarbij aanzienlijke schade is veroorzaakt. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en een andere bewezenverklaring vastgesteld. De verdachte is vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de maatschappelijke verontrusting en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder EM-TE Supermarkten BV en Laurus NV. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 24c, 27, 36f, 57, 140, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

tegenspraak
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
meervoudige kamer voor strafzaken
A R R E S T
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2003 in de strafzaak onder parketnummer 01/035236-02 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1983,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring De Boschpoort te Breda.
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd: PRO MEMORIE.
De bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2002 tot en met 29 oktober 2002 in de arrondissementen 's-Hertogenbosch en Breda en Zutphen heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten het samenwerkingsverband van [medeverdachte 1-4], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstallen met geweld in vereniging.
2.
hij op 6 september 2002 te Cromvoirt, gemeente Vught, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 9.850,68 Euro en een hoeveelheid postzegels en een hoeveelheid telefoonkaarten, toebehorende aan EM-TE Supermarkten BV, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerkers van die EM-TE supermarkt en bezoekers van die EM-TE supermarkt gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en zijn mededader(s)
- zich met bivakmutsen op naar/in die EM-TE supermarkt hebben begeven en
- een of meer van voornoemde medewerkers en/of een of meer van voornoemde bezoekers op een vuurwapen gelijkende voorwerpen hebben voorgehouden en/of getoond en/of op een vuurwapen gelijkende voorwerpen hebben gericht (gehouden) op het hoofd en/of het lichaam van voornoemde personen en
- voornoemde medewerkers en/of voornoemde bezoekers dreigend de woorden hebben toegevoegd: "Maak die kluis open" en "Doe geen gekke dingen" en "Stilzitten" en
- een van voornoemde medewerkers een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd hebben geslagen.
3.
hij op 24 oktober 2002 te Sint-Michielsgestel tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen enig geldbedrag en telefoonkaarten, toebehorende aan Laurus NV, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerkers van de Edah en/of bezoekers van die Edah, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders
- zich met bivakmutsen op naar/in die Edah supermarkt hebben begeven en
- op een vuurwapen gelijkende voorwerpen en een schroevendraaier hebben voorgehouden en/of getoond aan en/of gericht en/of gericht gehouden op (de lichamen van) een of meer van voornoemde medewerkers en/of een of meer van voornoemde bezoekers en
- een medewerker een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de mond hebben geduwd en
- die medewerkers en/of een of meer van voornoemde bezoekers dreigend de woorden hebben toegevoegd: "Maak open die deur" en "Liggen jij" en "Blijven liggen" en "Rustig, of ik steek je neer" en "Opschieten" en "Ik schiet je kapot" en "Ik steek je dadelijk" en
- voornoemde medewerkers en voornoemde bezoekers hebben gedwongen om op de grond te gaan liggen.
4.
hij op 29 oktober 2002 te Reusel, gemeente Reusel-de Mierden, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van 14.190,95 Euro en 76 telefoonkaarten, toebehorende aan Laurus NV en een portemonnee (met inhoud), toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerkers van de Edah en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en zijn mededaders
- zich met bivakmutsen op naar/in die Edah supermarkt hebben begeven en
- een ruit van de kantoorruimte in genoemde supermarkt hebben ingeslagen en
- op een vuurwapen gelijkende voorwerpen hebben voorgehouden en/of getoond aan en/of gericht en/of gericht gehouden op (de lichamen van) voornoemde medewerkers en [slachtoffer 2] en
- een van voornoemde medewerkers hebben geslagen en
- voornoemde medewerkers dreigend de woorden hebben toegevoegd: "Dit is een overval; doe die deur open" en "Kluis open maken" en "Dit is een overval, blijf staan" en "Neerleggen en liggen" en "Staan blijven jij" en "Blijf staan jullie".
Voor zover in de tenlastelegging schrijffouten voorkomen, zijn die in deze bewezenverklaring door het hof verbeterd. De verdachte is door deze verbetering niet in de verdediging geschaad.
Het hof leest in de bewezenverklaring van feit 4 Laurus NV in plaats van Laurus BV, nu Laurus zich met betrekking tot het onder 3 vermelde feit als benadeelde partij heeft gesteld en aannemelijk moet worden geacht dat de onder de feiten 3 en 4 vermelde Edah-supermarkten tot het hetzelfde concern behoren, waarvan de aard van de rechtspersoon door de benadeelde partij als Laurus NV wordt gesteld.
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
De door het hof gebruikte bewijsmiddelen
PRO MEMORIE
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
PRO MEMORIE
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit.
Het onder 1 bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 140, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het onder 2, 3 en 4 bewezen verklaarde is als misdrijf voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 312, eerste en tweede lid in samenhang met artikel 310 van voornoemde wet.
Het moet telkens worden gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Verdachte heeft volstrekt niet stilgestaan bij de angst die hij, samen met zijn mede-verdachten, teweeg heeft gebracht bij personeel en klanten van supermarkten door met wapens en bivakmutsen en schreeuwend en (zeer) gewelddadig de bewezen overvallen te plegen. Het is niet ondenkbaar dat deze angst tot langdurige gevolgen leidt voor de slachtoffers.
Daarnaast heeft het hof gelet op de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld en het gewelddadig karakter van het bewezen verklaarde en de maatschappelijke verontrusting die daarvan het gevolg is.
Bij de straftoemeting heeft het hof ten bezware van de verdachte er rekening mee gehouden dat de verdachte heeft erkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de strafbare feiten, ad informandum vermeld op de inleidende dagvaarding, voor welke feiten de verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd.
Tot deze feiten behoort onder meer een overval op de DEKA-supermarkt te Twello, gepleegd op 5 oktober 2002 en een poging tot een overval op de Lidl-supermarkt te Deurne op 11 september 2002. De strafoplegging betreft dus in elk geval de voltooide gewapende overvallen en één poging daartoe op in totaal 5 supermarkten, waarbij in alle gevallen gewelddadig, met gebruik van bivakmutsen en (met) vuurwapens, is opgetreden.
In de straftoemeting heeft het hof geen zelfstandige betekenis toegekend, naast de overige bewezen en ad informandum gevoegde feiten, aan het onder 1 bewezen verklaarde feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat EM-TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde feit, schade heeft geleden tot een bedrag van zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent.
Daarnaast is gebleken dat [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] immateriële schade hebben geleden, welke het hof naar billijkheid begroot op vijftienhonderd euro per persoon.
Verdachte en zijn mededaders zijn naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schades.
Het hof zal daarom aan de verdachte ter meerdere zekerheid van de hieronder te vermelden betalingen van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent cent, respectievelijk vijftienhonderd euro meer respectievelijk vijftienhonderd euro te betalen ten behoeve van vermelde slachtoffers, met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de verplichting heeft voldaan, de verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Het hof zal daarbij bepalen dat indien en voorzover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling van de vordering(en) van de benadeelde partij, daarmede de verplichting van de verdachte tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer in zoverre komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer daarmede de verplichting van de verdachte tot betaling van de vordering van de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen).
Uit het onderzoek ter terechtzitting is tevens gebleken, dat Laurus NV, gevestigd aan de Parallelweg 64, 5223 AL te 's-Hertogenbosch als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde feit, schade heeft geleden tot een bedrag van drieduizend zevenentachtig Euro en negenenveertig cent.
Daarnaast is gebleken dat [slachtoffer 2] immateriële schade heeft geleden, welke het hof naar billijkheid begroot op driehonderdenvijftig euro.
Verdachte en zijn mededaders zijn naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schades.
Het hof zal daarom aan de verdachte ter meerdere zekerheid van de hieronder te vermelden betalingen van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag van drieduizend zevenentachtig Euro en negenenveertig cent respectievelijk driehonderdenvijftig euro te betalen ten behoeve van vermelde slachtoffers, met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de verplichting heeft voldaan, de verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Het hof zal daarbij bepalen dat indien en voorzover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling van de vordering(en) van de benadeelde partij, daarmede de verplichting van de verdachte tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer in zoverre komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer daarmede de verplichting van de verdachte tot betaling van de vordering van de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen).
De vorderingen van de benadeelde partijen
EM-TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend. De eerste rechter heeft EM-TE Supermarkten B.V. niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. In hoger beroep heeft voormelde benadeelde partij zich wederom gevoegd.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
De vordering is betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als rechtstreeks gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een hoogte van zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent, zijnde de kosten voor directe opvang en nazorg. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Voor wat betreft het meer of anders gevorderde is uit het onderzoek ter terechtzitting gebleken dat voormelde vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal het hof bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in dit deel van de vordering en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De proceskosten, begroot op nihil, van de benadeelde partij worden ten laste van de verdachte gebracht.
[benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] hebben zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend.
De voegingen duren, voor zover de gevorderde schadevergoedingen zijn toegewezen, van rechtswege voort in hoger beroep. Deze vorderingen strekken tot vergoeding van geleden schade.
Deze vorderingen zijn niet betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat voormelde benadeelde partijen als rechtstreeks gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden tot de gevorderde bedragen. De vorderingen zijn voor toewijzing vatbaar, met veroordeling van de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partijen. De totale schade wordt bijgevolg begroot op vijftienhonderd euro per persoon. Tot deze bedragen dienen de vorderingen te worden toegewezen. De proceskosten, begroot op nihil, worden ten laste van de verdachte gebracht.
Laurus NV, gevestigd aan de Parallelweg 64, 5223 AL te 's-Hertogenbosch en [slachtoffer 2] hebben zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend.
De voegingen duren, voor zover de gevorderde schadevergoedingen zijn toegewezen, van rechtswege voort in hoger beroep. Deze vorderingen strekken tot vergoeding van geleden schade.
De vorderingen zijn niet betwist. Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat voormelde benadeelde partijen als rechtstreeks gevolg van het onder 3 respectievelijk 4 bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden tot de gevorderde bedragen. De vorderingen zijn voor toewijzing vatbaar, met veroordeling van de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partijen. De totale schade wordt bijgevolg begroot op drieduizend zevenentachtig Euro en negenenveertig cent respectievelijk driehonderdenvijftig euro. Tot deze bedragen dienen de vorderingen te worden toegewezen. De proceskosten, begroot op nihil, worden ten laste van de verdachte gebracht.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven driehonderdenvijfentwintig euro (dit geld is -naast geld wat in zijn jaszak is aangetroffen en waarvan hij toegeeft dat dit van de laatste overval afkomstig is- in de broekzak van verdachte aangetroffen; hij zegt dat het van hem is. Zie aangehechte kopie van pagina 2236 van het proces-verbaal.)moet worden teruggegeven aan de verdachte. Ten aanzien van de in beslag genomen sleutel, meerkleurig, is niet duidelijk wie daarop rechthebbende is. Derhalve is het hof niet in staat de teruggave daarvan aan een met name te noemen persoon te gelasten.
De toegepaste wettelijke voorschriften
De strafoplegging is gegrond op de artikelen: 24c, 27, 36f, 57, 140, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
B E S L I S S I N G:
Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor is overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
sub 1: "Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven",
sub 2: "Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren",
sub 3:"Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken",
sub 4: "Diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van gestolene te verzekeren",
Verklaart de verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van negen jaar.
Beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf daarop geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: Laurus NV, gevestigd aan de Parallelweg 64, 5223 AL te 's-Hertogenbosch, een bedrag van Eur. 3087,49 (zegge: drieduizend zevenentachtig Euro en negenenveertig cent), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Laurus NV, gevestigd aan de Parallelweg 64, 5223 AL te 's-Hertogenbosch, te betalen een bedrag van Eur. 3087,49 (zegge: drieduizend zevenentachtig Euro en negenenveertig cent) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van zevenenveertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: [slachtoffer 2], een bedrag van Eur. 350,- (zegge: driehonderdenvijftig Euro), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen een bedrag van Eur. 350,- (zegge: driehonderdenvijftig Euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van zeven dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij deels toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: EM TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel, een bedrag van Eur. 1674,50 (zegge: zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer EM TE Supermarkten BV, gevestigd aan de Amerikastraat 10, 5171 PL te Kaatsheuvel, te betalen een bedrag van Eur. 1674,50 (zegge: zestienhonderd vierenzeventig Euro en vijftig cent) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van drieëndertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: [benadeelde partij 1], een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting te betalen aan: [benadeelde partij 2], een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro), met bepaling dat indien en voorzover een mededader van verdachte aan de vordering heeft voldaan, de verdachte daarvan is bevrijd.
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van Eur. 1500,- (zegge: vijftienhonderd Euro) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dertig dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan de opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer is voldaan.
Bepaalt dat de aan de verdachte opgelegde maatregel, inhoudende de verplichting tot betaling van voormeld bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer vervalt, indien en voorzover door de verdachte aan zijn verplichting tot betaling van de vordering van de benadeelde partij, is voldaan.
Gelast de teruggave aan verdachte van het navolgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een geldbedrag van Eur. 325,- (zegge: driehonderdenvijfentwintig euro)
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het navolgende inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 sleutel, meerkleurig
Dit arrest is gewezen door Mr. Eijsenga, als voorzitter
Mrs. Bark - van Gink en Nieuwenhuijsen, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Dhr. De Jonge, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 april 2004.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 01
tijd : 09.30
verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1983,
wonende te [adres],
thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring De Boschpoort te Breda
Is bij vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2003 ter zake van:
sub 1:"Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven",
sub 2, sub 3 en sub 4 telkens:"Diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van geweld en bedrieging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken",
veroordeeld tot:
8 jr. gev.str. OV ma.; n.-o. verkl. b.p. EM-Té Supermarkten B.V.; toew. vord. b.p. [benadeelde partij] met schadeverg.maatregel ad ? 1500,= subs. 30 dgn. hns.; toew. vord. [benadeelde partij] met schadeverg.maatregel ad ? 1500,= subs. 30 dgn. hns.; toew. vord. b.p. Laurus N.V. met schadeverg.maatregel ad ? 3087,49 subs. 47 dgn. hns.; toew. vord. b.p. [slachtoffer 2] met schadeverg.maatregel ad ? 350,= subs. 7 dgn. hns (alle hoofdelijk); verbeurdverkl. i.b.g.