ECLI:NL:GHSHE:2004:AP0569
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag en bestuurlijke boete op belasting van personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag en een bestuurlijke boete die zijn opgelegd door de Inspecteur. Op 14 maart 2001 werd belanghebbende aangetroffen in een personenauto zonder dat de belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm) was betaald. De Inspecteur legde een naheffingsaanslag op van fl. 25.059,-- en een boete van fl. 6.264,--. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag en boete. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 24 maart 2004 is het beroep behandeld. Belanghebbende voerde aan dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om de auto in Nederland te registreren of deze buiten Nederland te brengen, wat volgens hem in strijd was met het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën. Het Hof oordeelde dat belanghebbende inderdaad niet de kans had gekregen om aan zijn verplichtingen te voldoen, en dat de naheffingsaanslag en boete daarom niet in stand konden blijven.
Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de bestreden uitspraken, en oordeelde dat de Inspecteur de kosten van het geding moest vergoeden. De kosten werden vastgesteld op € 644,--. Het Hof wees de Staat aan als de rechtspersoon die het griffierecht en de proceskosten moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 april 2004.