ECLI:NL:GHSHE:2004:AO6592
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. Huurman-van Asten
- Mrs. De Vries-Leemans
- Reijntjes
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de economische kamer in ontnemingszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 maart 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische kamer van de Rechtbank te Roermond. De zaak betreft een ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, die voortvloeit uit een eerder strafproces tegen de verdachte. De economische kamer van de Rechtbank te Roermond had in eerste aanleg de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, maar de officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing om niet ontvankelijk te worden verklaard in de ontnemingsvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de economische kamer in eerste aanleg onbevoegd was om kennis te nemen van de strafzaak, en concludeert dat deze kamer ook niet bevoegd was om de ontnemingsvordering te behandelen. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en verklaart de economische kamer van de Rechtbank te Roermond onbevoegd tot kennisneming van de ontnemingszaak. Deze beslissing is genomen na onderzoek op de terechtzitting in zowel eerste aanleg als in hoger beroep, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal in overweging heeft genomen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bevoegdheid in strafzaken en de gevolgen van onbevoegdheid voor de behandeling van ontnemingsvorderingen.