4.2 Het gaat in deze zaak, kort samengevat, om het volgende.
a) [Appellant] heeft voor ƒ 500.000,= van [geïntimeerde] diens woning aan de [adres] te [plaats] gekocht. De koop is neergelegd in een schriftelijke koopovereenkomst d.d. 20 maart 1997.
b) Deze koopovereenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:
"Artikel 5
1. De aflevering (feitelijke levering) van het verkochte aan koper zal geschieden in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken. (...)
2. Het registergoed zal bij de aflevering de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper zijn geen feiten of omstandigheden bekend die aan een normaal gebruik door koper, als te omschrijven in lid 6 van dit artikel, in de weg staan. Voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn, voor aan koper kenbare en/of bekende gebreken en voor aan verkoper niet bekende gebreken staat verkoper niet in.
(...)
6. Koper is voornemens het registergoed als volgt te gebruiken: als woonhuis met toebehoren voor zichzelf en zijn gezin. (...)
c) Op 31 juli 1997 is de woning aan [appellant] geleverd.
d) In de woning is door [geïntimeerde] bij de bouw ervan begin jaren '80 een niet-conventionele elektrische installatie aangelegd die is voorzien van een elektronisch gestuurd schakelsysteem.
e) Op 6 december 1998 is in deze installatie brand ontstaan. [Appellant] had er tot op dat moment geen noemenswaardige problemen mee gehad.
f) [Appellant] heeft in januari 1999 door [naam B.V.] offertes laten uitbrengen voor reparatie c.q aanpassing van de installatie (prod. 3 cve) en een onderzoek laten doen naar, kort gezegd, de oorzaak van de brand en naar eventuele gebreken in de installatie. Daarover [naam B.V.] op 21 januari 1999 aan [appellant] gerapporteerd (prod. 4 cve).
g) Op 19 mei 1999 heeft [appellant] [geïntimeerde] telefonisch over de brand ingelicht. Bij brief van 28 mei 1999 van zijn rechtsbijstandsverzekeraar heeft [appellant] [geïntimeerde] aansprakelijk gesteld voor de ontstane schade. Daarbij werd onder verwijzing naar de offertes van [naam B.V.] aanspraak gemaakt op een bedrag van ƒ 24.221,= excl. BTW (ƒ 28.823,= incl. BTW).
h) [geïntimeerde] heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
i) In opdracht van [geïntimeerde] [naam andere B.V.] in een rapport d.d. 3 september 2001 (prod. 9 cva) commentaar geleverd op de rapportage van [naam B.V.].