Door brigadier [verbalisant 3] wordt op 30 oktober 2002 een onder het casino inbeslaggenomen videoband bekeken. Tijdens het bekijken van deze videoband wordt een aantal prints gemaakt. Een verslag van dit onderzoek (p. 57-59) houdt onder meer het volgende in:
In dit proces-verbaal wordt de verdachte [verdachte] aangeduid als A en de verdachte [medeverdachte] als B.
Op de band zag ik, [verbalisant 3], dat op 25 oktober 2002 tusen 21.20.24 uur en 21.23.07 uur het volgende te zien is:
-print 1: A loopt naar de toegangskassa's van het casino en koopt een kaartje;
-print 2: B loopt op een afstand van een paar meter achter A en wacht achter hem voor de kassa;
-print 3: B loopt naar de kassa links van A;
-print 4: A en B staan naast elkaar aan de twee kassa's;
-print 5: A loopt naar links, achter B langs, de toegangstrappen op;
-print 6: B loopt naar links de toegangstrappen op, 17 seconden nadat A de trap opgelopen is;
-print 12: 16 seconden later lopen A en B naast elkaar naar de wisselkassa's;
-print 7: B gaat naar een kassa en geeft een bankpasje af;
-prints 7 en 13: A staat achter B op een afstand van enige meters toe te kijken met de handen op de rug;
-print 8: B geeft op verzoek van de kassiere zijn paspoort af aan de kassiere;
-prints 9 en 14: A loopt weg op het moment dat de kassiere de gegevens van B controleert;
-print 10: B draait om en wijst naar de plaats waar A gestaan heeft; B loopt weg en kijk zoekend rond;
-print 11: B wordt door personeel casino meegenomen.