ECLI:NL:GHSHE:2003:AO2804
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Koster-Vaags
- Waaijers
- Spoor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over ontbinding arbeidsovereenkomst en dwangsommen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door [appellant], die sinds 12 december 1970 in dienst was bij de rechtsvoorganger van Philips, en op 7 februari 2002 op non-actief is gesteld wegens belangenverstrengeling. Philips had eerder een ontbindingsverzoek ingediend, dat door de kantonrechter te Eindhoven op 18 april 2002 was afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat Philips haar beweringen onvoldoende had onderbouwd en dat [appellant] niet had kunnen reageren op het onderzoek dat door Philips was ingesteld. Vervolgens diende [appellant] een vordering tot wedertewerkstelling in, waarop de kantonrechter op 30 mei 2002 besliste dat Philips [appellant] moest weder te werk stellen, op straffe van een dwangsom van € 10.000 per dag, tenzij Philips uiterlijk op 7 juni 2002 een gemotiveerd verzoek tot ontbinding indiende. Philips diende op 7 juni 2002 een nieuw verzoekschrift in, maar de kantonrechter oordeelde op 17 juli 2002 dat de arbeidsovereenkomst kon worden ontbonden, wat door [appellant] werd aangevochten. In het hoger beroep werd de vraag behandeld of de kantonrechter terecht had geoordeeld dat Philips in tijdelijke onmogelijkheid verkeerde om aan de veroordeling te voldoen. Het hof oordeelde dat Philips voldoende inspanningen had geleverd en dat de niet-nakoming niet aan haar kon worden toegerekend. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.