ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9678
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B. Bod
- K. Kranenburg
- H. Huijbers-Koopman
- Rechtspraak.nl
Geschil over eigendomsgrens en afspraken tussen buren met betrekking tot afscheiding
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 oktober 2003, betreft het een geschil tussen twee buren over de eigendomsgrens van hun percelen en de uitvoering van gemaakte afspraken omtrent een afscheiding. De appellanten, [appellant 1] en [appellante 2], hebben in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank van 6 april 2001 aangevochten. De kern van het geschil draait om de vraag of [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] door verkrijgende verjaring eigenaar zijn geworden van een perceelstrook tussen hun perceel en dat van de appellanten, en of er afspraken zijn gemaakt over de afscheiding tussen de percelen.
De feiten zijn als volgt: op 14 september 1998 hebben partijen afgesproken dat er een afscheiding zou komen in de vorm van laurier-struiken en een schutting, beide op de kadastrale grens. De kosten zouden gezamenlijk worden gedragen, waarbij [geïntimeerde] de kosten voor het rooien van de coniferenhaag en herbeplanting voor zijn rekening zou nemen. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] niet is geslaagd in de bewijslevering met betrekking tot de afstand van de coniferenhaag tot de kadastrale grens. De getuigenverklaringen gaven aan dat de coniferenhaag zich op minder dan een meter van de kadastrale grens bevond, wat de claim van [geïntimeerde] ondermijnt.
Het hof oordeelt dat de door [geïntimeerde] gestelde overeenkomst niet is komen vast te staan, en dat de vorderingen van [geïntimeerde] op basis van deze overeenkomst worden afgewezen. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank, behoudens de verklaring voor recht over de ligging van de eigendomsgrens, en wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.