ECLI:NL:GHSHE:2003:AL8173
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Swinkels
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschillen over naheffingsaanslag en boete in verband met fiets en huwelijkskosten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, staat de vraag centraal of de naheffingsaanslag in de loonbelasting, opgelegd aan de besloten vennootschap X B.V., terecht is. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 1995 tot en met 31 december 1997 en is opgelegd na een controle door de Inspecteur. De belanghebbende, vertegenwoordigd door haar directeur de heer B, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag en is in beroep gegaan bij het Hof. De kern van het geschil draait om de vraag of de kosten van een fiets, aangeschaft voor de heer B, en de kosten van zijn huwelijk als zakelijke uitgaven kunnen worden aangemerkt.
Het Hof heeft vastgesteld dat de fiets op 28 december 1995 is aangeschaft en dat deze ter beschikking is gesteld aan de heer B voor woon-werkverkeer. De Inspecteur had de kosten van de fiets gebruteerd en tot het loon van de heer B gerekend. Daarnaast is er een discussie over de kosten van het huwelijk van de heer B, waarbij de belanghebbende een kostenvergoeding heeft verstrekt. Het Hof oordeelt dat de kosten van de fiets als zakelijk kunnen worden aangemerkt, maar dat de kosten van het huwelijk niet voldoen aan de eisen voor zakelijke uitgaven.
De uitspraak van het Hof leidt tot een vermindering van de naheffingsaanslag, waarbij de boete wordt kwijtgescholden tot 10% van het na te heffen bedrag. Het Hof concludeert dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat meer dan het door de Inspecteur toegestane aantal gasten als zakelijke relaties moeten worden aangemerkt. De uitspraak van het Hof is gegrond, en de belanghebbende krijgt een gedeeltelijke overwinning in de procedure.