typ. AW
rolnr. C0200653/RO
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,
zesde kamer, van 19 maart 2003,
gewezen in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [woonplaats],
appellant bij exploot van dagvaarding van
25 juni 2002,
procureur: mr.C.E.M. Renckens,
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging BOUWVERENIGING WEERT, h.o.d.n. BALANS,
gevestigd te Weert,
geïntimeerde bij gemeld exploot,
procureur: mr. A.T.L. van Zandvoort,
op het hoger beroep tegen het door de rechtbank te Roermond, sector kanton, locatie Roermond onder zaaknr. 91046/CV EXPL 02-657 gewezen vonnis van 18 juni 2002 tus-sen appellant, hierna te noemen [appellant], als gedaagde, en geïntimeerde, hierna te noemen Balans, als eiseres.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij memorie van grieven heeft [appellant], onder overlegging van een productie, grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot niet ontvankelijkverklaring van Balans in haar vorderingen, althans tot ontzegging daarvan, met veroordeling van Balans in de kosten van het geding in beide instanties.
2.2. Bij memorie van antwoord heeft Balans, onder overlegging van negen producties, de grieven bestreden.
2.3. Vervolgens heeft [appellant] een akte nadere uitlatingen genomen met overlegging van een productie en Balans een antwoord-akte nadere uitlatingen, waarna partijen uitspraak hebben gevraagd.
3. De gronden van het hoger beroep
Zonder afzonderlijke grieven te formuleren heeft [appellant] het geschil in volle omvang aan het hof voorgelegd en het oordeel van de rechtbank, sector kanton, bestreden.
4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
[appellant] heeft krachtens een schriftelijke huurovereenkomst d.d. 9 september 1986 de woning aan de [adres] voor onbepaalde tijd gehuurd van Balans.
[appellant] is een drugsgebruiker en ontvangt mede-gebruikers in de gehuurde woning.
De politie heeft in september 2001 naar aanleiding van klachten de woning bezocht en een zestal drugsgebruikers in de woning aangetroffen. [appellant] is via schriftelijke waarschuwingen van 10 september 2001 en van 25 februari 2002 door Balans gesommeerd de overlast jegens omwonenden veroorzaakt door drugsgebruikers in of nabij de gehuurde woning te (doen) beëindigen. Tot zover de vaststaande feiten.
4.2. [appellant] heeft aangevoerd dat hij na de controle in september 2001 de nodige maatregelen heeft genomen, dat hij geen drugsgebruikers meer in zijn woning toelaat en geen overlast meer aan omwonenden veroorzaakt die een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
Hij wijst op zijn woonbelang, de duur van de huurovereenkomst, het feit dat hij in de loop der jaren veel investeringen in de woning heeft gedaan, dat hij een bestandsuitkering ontvangt zodat hij moeilijk een andere woning kan verkrijgen alsmede op zijn medische problemen.
4.3. Balans heeft naast de in eerste aanleg overgelegde producties in hoger beroep bij memorie van antwoord een vijftal producties overlegd (producties 5 t/m 9) waaruit volgens Balans onomstotelijk blijkt dat [appellant] nog steeds drugsgebruikers in zijn woning toelaat, dat er in de woning van [appellant] wel degelijk in verdovende middelen wordt gehandeld en dat veelvuldig ernstige overlast plaatsvindt voor de directe woonomgeving van [appellant] door aanloop, geluidsoverlast, crimineel gedag, schreeuwen, scheldpartijen en bedreigingen.
Deze ernstige vorm van overlast rechtvaardigt volgens Balans de ontbinding van de huurovereenkomst met [appellant].
Balans stelt dat op grond van de overgelegde producties de gestelde overlast vaststaat, zodat het ongespecificeerde bewijsaanbod van [appellant] dient te worden verworpen.
4.4. Naar het oordeel van het hof valt uit de in eerste aanleg en in hoger beroep overgelegde producties op te maken dat reeds sedert eind 1998 regelmatig meldingen van overlast bij de politie te Weert en bij Balans zijn binnengekomen bestaande uit overlast, waaronder geluidsoverlast, jegens omwonenden door bezoekende drugsgebruikers van de door [appellant] gehuurde woning.
[appellant] is vele malen gesommeerd om aan die overlast een eind te maken. Ook in de loop van 2002 is nog onverminderd sprake van ernstige overlast rondom de woning [adres] voor andere omwonenden, zoals blijkt uit de in hoger beroep bij memorie van antwoord overgelegde producties 5 en 9 die, naar het oordeel van het hof in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
Nu [appellant], zij het een algemeen, bewijsaanbod heeft gedaan, zal hij worden toegelaten tegenbewijs te leveren, in die zin dat in 2002 geen sprake meer is geweest van overlast vanuit of rondom de woning [adres], onder meer door bezoekers, drugsgebruikers, van die woning jegens omwonenden en derden in de directe omgeving.
4.5. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5.1. laat [appellant] toe tot het leveren van tegenbewijs als bedoeld in rechtsoverweging 4.4.;
5.2. bepaalt, voor het geval [appellant] dit bewijs door getuigen wil leveren, dat getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. J.Ch. Koster-Vaags als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ´s-Hertogenbosch, op een nader door te bepalen datum en tijdstip;
5.3. verwijst de zaak naar de rolzitting van 1 april 2003 voor opgave van verhinderdata van partijen zelf, hun raadslieden en de getuigen in de periode van 4 tot 12 weken na de datum van dit arrest op dinsdagen en vrijdagen;
5.4. bepaalt dat de raadsheer-commissaris dag en uur van het getuigenverhoor zal vaststellen;
5.5. bepaalt dat de procureur van [appellant] tenminste zeven dagen voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen zal opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
5.6. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs Koster-Vaags, Van Etten en Drijkoningen en uitsproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 19 maart 2003.