ECLI:NL:GHSHE:2003:AH9151
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.M.A. de Groot-van Dijken
- F. Feith
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van overeenkomst wegens dwaling en schadevergoeding in civiele zaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 juni 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietigbaarheid van een overeenkomst wegens dwaling. De appellant, een agrarisch ondernemer, had een overeenkomst gesloten met de geïntimeerde, maar stelde dat deze overeenkomst vernietigbaar was omdat hij was misleid over de beschikbaarheid van landbouwgrond. Het hof oordeelde dat de overeenkomst inderdaad vernietigbaar was en stelde de partijen in de gelegenheid om te debatteren over een passende oplossing, gezien de terugwerkende kracht van de vernietiging. De appellant vorderde dat de overeenkomst zou worden gewijzigd en dat de geïntimeerde een schadevergoeding zou betalen van € 300.000,00, of een bedrag dat in goede justitie zou worden bepaald. De appellant voerde verschillende argumenten aan ter onderbouwing van zijn vordering, waaronder de schade die hij had geleden door het niet kunnen verwerven van de grond en de kosten die hij had gemaakt voor rechtsbijstand. De geïntimeerde betwistte de vordering en stelde dat hij niet verantwoordelijk was voor de schade die de appellant had geleden. Het hof oordeelde dat het niet ging om een schadevergoeding in de zin van het Burgerlijk Wetboek, maar om een bijdrage in het nadeel dat de appellant had geleden door de instandhouding van de overeenkomst. Het hof besloot dat er een comparitie van partijen moest plaatsvinden om verdere inlichtingen in te winnen en de mogelijkheden van een schikking te onderzoeken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van redelijkheid en billijkheid bij het vaststellen van de bijdrage in het nadeel, waarbij alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen.