ECLI:NL:GHSHE:2003:AF4024
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- M. van Etten
- A. Drijkoningen
- J. Den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over beëindiging huurovereenkomst en geestelijke stoornis
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep in kort geding dat was ingesteld door [eiser] tegen de stichting STICHTING WOONGOED 2-DUIZEND. [Eiser] had in eerste aanleg een vordering ingesteld om te verklaren dat de huurovereenkomst met Woongoed nimmer rechtsgeldig was beëindigd. De achtergrond van de zaak ligt in de beëindiging van de huurovereenkomst door [eiser] en zijn voormalige partner, mevrouw [partner], op 29 november 2001, waarbij zij als reden de beëindiging van hun relatie opgaven. Woongoed had ingestemd met de partiële beëindiging van de huurovereenkomst, maar [eiser] stelde later dat hij onder invloed van een geestelijke stoornis had gehandeld en dat de opzegging niet rechtsgeldig was.
Het hof oordeelde dat de vordering van [eiser] niet voor toewijzing vatbaar was, omdat een verklaring voor recht niet verenigbaar is met het karakter van een kort geding. Het hof verwierp ook het verweer van Woongoed dat de kantonrechter onbevoegd was, en concludeerde dat de zaak moest worden aangemerkt als een huurovereenkomst. Het hof stelde vast dat [eiser] voldoende spoedeisend belang had bij zijn vordering, omdat hij tijdelijk bij derden woonde.
Echter, het hof verwierp de argumenten van [eiser] met betrekking tot de geestelijke stoornis en de vernietiging van de opzegging. Het hof concludeerde dat de vordering van [eiser] niet toewijsbaar was, omdat de beëindiging van de huurovereenkomst ook het medehuurderschap van mevrouw [partner] betrof, en zij niet in de procedure was betrokken. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter, maar wees de vordering van [eiser] af, en veroordeelde hem in de proceskosten.