ECLI:NL:GHSHE:2003:AF3480
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-Van Dijk
- J. Meulenbroek
- A. Sterk
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake tegenbewijs en getuigenverklaringen in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 januari 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. P.J.A. van de Laar, heeft het hof verzocht om toelating tot tegenbewijs tegen een stelling van de geïntimeerde, die werd vertegenwoordigd door procureur mr. R.J.A. Slag. De zaak betreft een geschil over de vraag of de geïntimeerde op 22 september 1994 een bedrag van Bfr. 1.300.000,= aan de appellant heeft overhandigd. Het hof heeft de appellant toegelaten tot het tegenbewijs en drie getuigen doen horen, waaronder de echtgenote van de appellant. De getuigenverklaringen zijn vastgelegd in proces-verbaal, maar de contra-enquête is niet benut. Na de getuigenverhoren heeft de appellant een memorie na enquête ingediend, waarop de geïntimeerde heeft gereageerd met een antwoordmemorie.
Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van de getuigen in hoger beroep niet voldoende zijn om het tegenbewijs te leveren. De getuigenverklaring van de echtgenote van de appellant, die de boekhouding voor het bedrijf van haar echtgenoot verzorgt, sluit aan bij de verklaring van de appellant, maar biedt geen directe kennis over de overhandiging van het bedrag. De appellant heeft ook aangedrongen op een schriftkundig onderzoek naar het overzicht van werkzaamheden en betalingen, dat relevant kan zijn voor de bewijsvoering. Het hof heeft besloten om een deskundige te benoemen om dit onderzoek uit te voeren, waarbij partijen de mogelijkheid hebben om overeenstemming te bereiken over de deskundige(n).
De zaak is verwezen naar de rol van 11 februari 2003 voor verdere behandeling, waarbij het hof iedere verdere beslissing aanhoudt totdat het deskundigenonderzoek is afgerond. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting van het hof op 21 januari 2003.