ECLI:NL:GHSHE:2002:AH8881
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J.M. Bongaarts
- A.W.J. Strik
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag in het recht van schenking en de toepassing van de Successiewet 1956
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 12 december 2002 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag in het recht van schenking. De belanghebbende had een verkrijging van ƒ 40.421 van haar vader, aangeduid als de schenker, en ontving een aanslag van ƒ 300. De belanghebbende was niet verschenen tijdens de zitting, die op 28 november 2002 plaatsvond. De aanslag werd verzonden naar het adres van de schenker, wat correct was, hoewel de naam van de schenker niet volledig op het voorblad van het aanslagbiljet was vermeld. Het Hof oordeelde dat deze onvolledigheid in de tenaamstelling niet leidde tot nietigheid van de aanslag, aangezien er geen twijfels bestonden over de identiteit van de schenker.
Het Hof concludeerde dat de Successiewet 1956 in artikel 33, lid 1, onder 5, spreekt van een "verhoogde vrijstelling" en dat dit niet kan worden opgevat als een andere zelfstandige vrijstelling. De belanghebbende had ten onrechte verondersteld dat er sprake was van een andere vrijstelling. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, die de aanslag had opgelegd. Tevens oordeelde het Hof dat er geen redenen waren om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten van de belanghebbende.
De uitspraak werd gedaan door P.J.M. Bongaarts, lid van de belastingkamer, en in aanwezigheid van A.W.J. Strik, griffier. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van de uitspraak een verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak. Dit verzoek kan niet leiden tot een heroverweging van de zaak, maar enkel tot een andere vorm van vastlegging van de uitspraak.