ECLI:NL:GHSHE:2002:AF2802
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Koens
- A. Waaijers
- E. van Soest-van Dijkhuizen
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige en omgangsregeling tussen ouders
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de man tegen eerdere beschikkingen van de rechtbank te Roermond. De man verzoekt om vervangende toestemming tot erkenning van zijn minderjarige kind, geboren op 7 augustus 1998, en om een omgangsregeling. De vrouw, de moeder van het kind, heeft verweer gevoerd en verzocht de man niet ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, met name voor zover dit betrekking heeft op de omgangsregeling. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2002, waarbij partijen en hun raadslieden zijn gehoord. De bijzonder curator en de Raad voor de Kinderbescherming waren niet aanwezig.
Het hof heeft vastgesteld dat de man de verwekker is van het kind en dat er family-life bestaat tussen hen. De rechtbank had eerder de omgangsregeling aangehouden in afwachting van een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. De vrouw heeft betoogd dat de erkenning door de man niet in het belang van het kind zou zijn, omdat dit zou leiden tot een verstoring van de ongestoorde verhouding tussen haar en het kind. De vrouw vreest dat de man door erkenning meer invloed zal krijgen op de opvoeding van het kind.
Het hof heeft echter geoordeeld dat de belangen van het kind gediend zijn bij erkenning door de vader. De enkele angst van de moeder dat de man zich meer zou bemoeien met de opvoeding, is onvoldoende om de vervangende toestemming te weigeren. Het hof heeft de man vervangende toestemming tot erkenning verleend en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing van het hof is op 17 december 2002 uitgesproken.