ECLI:NL:GHSHE:2002:AF1351
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging naheffingsaanslag omzetbelasting en boete opgelegd door de Inspecteur
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 oktober 2002 uitspraak gedaan in het beroep van mevrouw X, handelend onder de naam Q, tegen de uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 oktober 2002 in Tilburg, waar de belanghebbende, vergezeld door haar echtgenoot, en de Inspecteur aanwezig waren. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het derde kwartaal van 1998, waarbij de Inspecteur een boete had opgelegd op grond van artikel 40 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
De belanghebbende heeft tijdens de zitting verklaard dat zij altijd tijdig haar aangiften omzetbelasting heeft ingediend, maar dat zij per abuis een onjuiste aangifte had gedaan. De Inspecteur had haar eerder gewezen op deze onjuiste aangifte en haar de mogelijkheid gegeven om deze te corrigeren. De belanghebbende heeft dit gedaan, maar de Inspecteur stelde dat er een boete moest worden opgelegd vanwege de onjuiste aangifte.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de boete niet terecht had opgelegd, omdat deze bij voor bezwaar vatbare beschikking had moeten worden opgelegd. De naheffingsaanslag werd vernietigd en de Inspecteur werd gelast het door de belanghebbende gestorte griffierecht van € 38,57 te vergoeden. Het Hof achtte geen termen aanwezig om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten, aangezien de belanghebbende hier niet om had verzocht en er geen kosten waren gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedure bij het opleggen van boetes en de noodzaak voor de Inspecteur om de wettelijke vereisten in acht te nemen. De belanghebbende kreeg gelijk, en de uitspraak werd op 1 november 2002 aan de partijen verzonden.