ECLI:NL:GHSHE:2002:AE8733
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-van Dijk
- B.A. Meulenbroek
- A. van Wechem
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontbinding van koopovereenkomst agrarisch bedrijf
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 januari 2002, betreft het een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. [Appellant] had op 3 februari 1997 een agrarisch bedrijf verkocht aan [geïntimeerde(n)] onder de voorwaarde dat onherroepelijke vergunningen voor de realisering van een vleesvarkensbedrijf voor 31 december 1998 verleend zouden worden. Aangezien deze vergunningen niet tijdig waren verleend, ontbond [geïntimeerde(n)] de koopovereenkomst. [Appellant] vorderde in hoger beroep dat [geïntimeerde(n)] zou meewerken aan het transport van het registergoed en betaling van de koopsom van f 400.000,= met rente, boete en schadevergoeding. [Geïntimeerde(n)] verweerde zich door te stellen dat [appellant] tekortgeschoten was in zijn verplichtingen door geen agrarisch bouwblok te kunnen leveren en niet tijdig informatie te verschaffen over de kwaliteit van het registergoed.
Het hof oordeelde dat de tweede koopovereenkomst nagekomen diende te worden, tenzij [geïntimeerde(n)] kon bewijzen dat hij deze terecht had ontbonden. Het hof stelde vast dat [geïntimeerde(n)] de bewijslast had om aan te tonen dat [appellant] niet in staat was zijn verplichtingen na te komen. De eerdere uitspraken van de rechtbank en de Raad van State gaven aan dat de gevraagde bouwvergunning niet was verleend, wat de aannemelijkheid van het ontbreken van een bouwvlak bevestigde. Het hof liet [appellant] toe om bewijs te leveren dat hij op 31 januari 1999 in staat was om aan de verplichtingen van de tweede koopovereenkomst te voldoen. De zaak werd verwezen naar een rolzitting voor verdere procedurele stappen.