ECLI:NL:GHSHE:2002:AE1223
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.Th. Simons
- D.J. Koopmans
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en de verplichtingen van de belastingplichtige
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 14 februari 2002 uitspraak gedaan in het beroep van de heer X tegen de beslissing van het Hoofd hoofdafdeling Financiën van de gemeente P, betreffende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting. De mondelinge behandeling vond plaats op 31 januari 2002, waarbij zowel de belanghebbende als de ambtenaar aanwezig waren. De zaak betreft een naheffingsaanslag die is opgelegd omdat de auto van de belanghebbende op 26 januari 2000 omstreeks 10.48 uur geparkeerd stond zonder dat er voor het parkeren belasting was betaald. De belanghebbende voerde aan dat hij geen wisselgeld had voor de parkeerautomaat en daarom geld is gaan wisselen bij een nabijgelegen frietkraam. Hij stelde dat dit wisselen van geld onderdeel uitmaakte van het betalen van de parkeerbelasting.
Het Hof oordeelde dat de belastingplichtige een redelijke tijd moet worden gelaten om de parkeerapparatuur in werking te stellen, maar dat de tijd die nodig is om geld te wisselen buiten beschouwing moet worden gelaten. Het Hof concludeerde dat de omstandigheid dat de belanghebbende naar de frietkraam ging om geld te wisselen, niet kan worden aangemerkt als een uitvoeringshandeling die aantoont dat hij aan het betalen van de parkeerbelasting begon. De naheffingsaanslag werd derhalve terecht opgelegd. Het Hof oordeelde verder dat de controlerend ambtenaar op het moment van het geld wisselen een naheffingsaanslag heeft opgelegd, wat onder de gegeven omstandigheden juist was. De belanghebbende kon niet verwachten dat de ambtenaar de naheffingsaanslag zou intrekken of vernietigen.
De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door J.Th. Simons, lid van de Belastingkamer, in tegenwoordigheid van D.J. Koopmans, waarnemend-griffier. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.