ECLI:NL:GHSHE:2002:AD9361
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag accijns over alcoholhoudende dranken in bakkerijproducten
In deze zaak gaat het om een beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X tegen een naheffingsaanslag in de accijns over de periode van 1 oktober 1995 tot en met 31 juli 1998. De naheffingsaanslag is opgelegd door de Inspecteur van de eenheid douane te P, naar aanleiding van een administratieve controle die heeft plaatsgevonden op 19 juni 1995. Tijdens deze controle werd vastgesteld dat belanghebbende bij de vervaardiging van bakkerijproducten alcoholhoudende dranken, zoals advocaat, had gebruikt, waarvoor accijns verschuldigd was. Belanghebbende had eerder toestemming gekregen om accijnsgoederen met vrijstelling van accijns te betrekken, maar de vergunning gold alleen voor advocaat met een alcoholpercentage van 14%.
De Inspecteur heeft de naheffingsaanslag opgelegd omdat belanghebbende meer alcoholhoudende dranken had ingeslagen dan toegestaan onder de vergunning. Tijdens de zitting op 4 december 2001 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Belanghebbende heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en de naheffingsaanslag, terwijl de Inspecteur heeft geconcludeerd tot bevestiging van zijn uitspraak.
Het Hof heeft geoordeeld dat de vergunning van de Inspecteur duidelijk was en dat de vrijstelling van accijns alleen gold voor advocaat met een sterkte van 14%. Het Hof heeft de stelling van belanghebbende verworpen dat de vergunning onduidelijk was. Ook de argumenten van belanghebbende met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel werden door het Hof niet gehonoreerd. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.