ECLI:NL:GHSHE:2002:AD8682
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-van Dijk
- B.A. Meulenbroek
- J. Sterk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding na echtscheiding en verrekening van schadeposten
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 januari 2002, gaat het om een hoger beroep van [de vrouw] tegen een eindvonnis van de rechtbank te Breda van 15 februari 2000. De zaak betreft een geschil tussen partijen die gehuwd zijn geweest en waarbij de echtscheiding reeds was uitgesproken. Bij de regeling van de gevolgen van de echtscheiding zijn er geschillen ontstaan over een dadingsovereenkomst die op 20 oktober 1994 was gesloten. In deze overeenkomst was [de man] verplicht om aan [de vrouw] een bedrag van f. 28.000,= te betalen, waarvan hij slechts f. 6.000,= had voldaan. [de man] weigerde het resterende bedrag te betalen en stelde dat hij dit wilde verrekenen met schade die hij door [de vrouw] zou hebben geleden.
In hoger beroep heeft [de vrouw] één grief aangevoerd, waarin zij betoogt dat de rechtbank ten onrechte verrekening door [de man] heeft toegestaan. [de man] heeft in zijn memorie van antwoord de grief bestreden en verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van [de vrouw] in haar vordering, dan wel om bekrachtiging van het bestreden vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de grief van [de vrouw] betrekking heeft op de toewijzing van schadeposten die [de man] aanvoert als gevolg van onrechtmatige gedragingen van [de vrouw].
Het hof heeft de zaak verder beoordeeld en geconcludeerd dat [de man] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen. Het hof heeft [de man] de gelegenheid gegeven om nader bewijs te leveren, met betrekking tot de schadeposten die hij heeft opgevoerd. De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt aangehouden voor het bewijs van de gestelde schade door [de vrouw]. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en de zaak verwezen naar de rolzitting voor opgave van verhinderdata voor een getuigenverhoor.