ECLI:NL:GHSHE:2001:AD6403
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A. Meijer
- P. Fortuin
- P. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschil over aanmerkelijk belang en loonbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, ging het om een belastinggeschil van de heer A, die in beroep ging tegen een uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De zaak betrof de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De belanghebbende had een aanmerkelijk belang in zowel A Beheer B.V. als K Beheer B.V. en haar dochtervennootschappen. De Inspecteur had vastgesteld dat de arbeidsverhoudingen van de belanghebbende met deze vennootschappen als fictieve dienstbetrekkingen moesten worden beschouwd, op basis van de Wet op de loonbelasting 1964.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2001, waarbij de belanghebbende werd bijgestaan door zijn gemachtigde, werd de stelling van de belanghebbende dat er geen feiten waren die een lager gebruikelijk loon dan fl. 78.000,= rechtvaardigden, niet onderbouwd. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de vastgestelde belastbare inkomen te hoog was. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het Hof vond geen aanleiding om de Inspecteur te veroordelen tot vergoeding van proceskosten, aangezien de Inspecteur geen aanspraak maakte op deze kosten.
De uitspraak werd op 7 november 2001 gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak werd op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken. De belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van de uitspraak een schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.