ECLI:NL:GHSHE:2001:AD5766
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Huige
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en zelfstandigenaftrek
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2001 uitspraak gedaan in het beroep van de heer X (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 1997, waarbij de Inspecteur aanvankelijk het ondernemerschap van belanghebbende niet accepteerde en de zelfstandigenaftrek niet toekende. Na bezwaar werd het ondernemerschap wel erkend, maar bleef de zelfstandigenaftrek ter discussie staan, met name vanwege het niet voldoen aan het urencriterium.
Belanghebbende, die een fiscaal- en juridisch adviesbureau drijft, heeft zijn uren die hij aan cliënten besteedde, inclusief reistijd, opgevoerd als uren die meetellen voor de zelfstandigenaftrek. De Inspecteur betwistte echter het zakelijke karakter van de reistijd. Tijdens de zitting werd overeengekomen dat een aantal uren als privé-uren moest worden aangemerkt, wat leidde tot een herberekening van het aantal gewerkte uren.
Het Hof oordeelde dat, hoewel de Inspecteur de reistijd niet als zakelijk beschouwde, de kosten van deze reizen wel als bedrijfskosten werden geaccepteerd. Het Hof concludeerde dat het reizen naar cliënten ook moet worden gezien als onderdeel van het drijven van de onderneming. Uiteindelijk werd de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 51.321,-- en werd de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende.
De uitspraak benadrukt het belang van het urencriterium en de voorwaarden waaronder reistijd kan worden aangemerkt als uren besteed aan de onderneming. Het Hof heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de Inspecteur veroordeeld tot het vergoeden van de kosten.