ECLI:NL:GHSHE:2001:AB2382

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 april 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/04798
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag en bestuurlijke boete in belasting van personenauto's en motorrijwielen

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroep van X te Z tegen de beslissing van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm) en een gelijktijdig opgelegde bestuurlijke boete. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 maart 2001, waarbij zowel de belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren. Tijdens de zitting zijn partijen tot overeenstemming gekomen over het nageheven bedrag aan bpm, dat in stand blijft, terwijl de bestuurlijke boete komt te vervallen. Het Hof heeft de bestreden uitspraak vernietigd voor wat betreft de bestuurlijke boete en bevestigd voor de bpm. Tevens is bepaald dat de Inspecteur het door de belanghebbende betaalde griffierecht van ƒ 80,-- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 5 april 2001 door A. Bijlsma, lid van de belastingkamer, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij de wederpartij in de proceskosten kan worden veroordeeld.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 98/04798
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
U I T S P R A A K
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, achtste enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Z tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid douane te Y van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende de hem opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (hierna: bpm), kenmerk 000.0.0.00.000, en de hem gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag opgelegde bestuurlijke boete.
De mondelinge behandeling
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 21 maart 2001 te 's-Hertogenbosch voor wat betreft de enkelvoudige belasting in raadkamer en voor wat betreft de boete in het openbaar. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de Inspecteur.
De gronden voor de beslissing
Partijen zijn ter zitting nader tot overeenstemming gekomen in die zin dat het nageheven bedrag aan bpm - zoals dit bij de uitspraak op het bezwaarschrift is verminderd - in stand blijft, de bestuurlijke boete komt te vervallen en dat iedere partij haar eigen proceskosten draagt.
De beslissing
Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak, voorzover deze de bestuurlijke boete betreft, vernietigt die boete, bevestigt de uitspraak voorzover deze de bpm betreft, en gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht ten bedrage van ƒ 80,--.
Aldus vastgesteld op 5 april 2001 door A. Bijlsma, lid van voormelde kamer, in tegenwoordigheid van C.A.F.M. Stassen, waarnemend-griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden
op: 5 april 2001
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd.
3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd.
Na het instellen van beroep ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. Indien U na een mondelinge uitspraak griffierecht hebt betaald ter verkrijging van de vervangende schriftelijke uitspraak van het gerechtshof, komt dit in mindering op het griffierecht dat is verschuldigd voor het indienen van beroep in cassatie.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.