ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1327
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Feith
- P.M.A. de Groot-van Dijken
- J. van Griensven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake declaratie en proceskosten tussen advocaat en stichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank te Breda, waarin de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om van het geschil kennis te nemen en [appellant] veroordeelde in de proceskosten aan de zijde van [geïntimeerde]. Het geschil betreft een declaratie van [appellant] voor juridische werkzaamheden die hij in opdracht van [geïntimeerde] heeft verricht. [appellant] had een declaratie van f 51.694,74 ingediend, maar [geïntimeerde] heeft slechts een deelbetaling van f 25.000,-- gedaan. [appellant] heeft meerdere aanmaningen gestuurd, maar [geïntimeerde] heeft niet gereageerd, wat leidde tot de dagvaarding op 4 december 1998.
De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat zij onbevoegd was om het geschil te behandelen, en heeft [appellant] veroordeeld in de proceskosten. [appellant] is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. In het hoger beroep heeft [appellant] betoogd dat [geïntimeerde] nodeloos de proceskosten heeft veroorzaakt door niet tijdig te reageren op zijn verzoeken om betaling.
Het hof heeft geoordeeld dat het van belang is vast te stellen of [geïntimeerde] in een telefoongesprek met [appellant] heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen de hoogte van de declaratie. Het hof laat [geïntimeerde] toe om bewijs te leveren van deze stelling. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor verdere procedurele stappen, waarbij getuigen zullen worden gehoord. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat het bewijs is geleverd.