ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1047
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J. van Muijen
- J.W.J. Huige
- A.C. van Leijenhorst
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke navorderingsaanslag en verhoging in verband met contante stortingen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, ging het om een beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Inspecteur met betrekking tot een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1993. De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 25 januari 2001, waarbij belanghebbende, die de Nederlandse taal onvoldoende beheerste, werd bijgestaan door een beëdigd tolk. Tijdens deze zitting bleek dat belanghebbende niet beschikte over de relevante gedingstukken, die later alsnog aan hem werden verstrekt. De tweede mondelinge behandeling vond plaats op 14 maart 2001, waar belanghebbende verklaarde dat in zijn café c.q. coffeeshop hasjiesj werd verkocht. Uit een FIOD-onderzoek bleek dat hij aanzienlijke contante stortingen had gedaan op buitenlandse bankrekeningen, die door de Inspecteur als winst uit onderneming werden aangemerkt. Het Hof oordeelde dat het aan belanghebbende was om aannemelijk te maken dat deze stortingen niet tot zijn belastbare inkomen moesten worden gerekend, maar hij slaagde hier niet in. Het Hof concludeerde dat de verhoging van de navorderingsaanslag terecht was opgelegd, maar matigde deze tot fl. 10.000,00 vanwege bijzondere omstandigheden. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende en het griffierecht. De uitspraak werd op 28 maart 2001 gedaan, waarbij het Hof de bestreden uitspraak vernietigde, de navorderingsaanslag handhaafde en de verhoging matigde.